
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Volhouden wordt er tegen ons gezegd in deze dagen waarin de besmetting met het coronavirus maar niet of nauwelijks lijkt te dalen. Afgelopen week liet het kabinet al doorschemeren dat de maatregelen, die aanvankelijk maar voor een paar weken zouden gelden, zeer waarschijnlijk tot in december van kracht zullen blijven. Ook van andere mensen, virologen en epidemiologen horen we dat we van het virus nog lang niet af zijn. Zelfs als er een vaccin op de markt komt, dan nog duurt het enige tijd voordat iedereen is ingeënt. Ondertussen rest ons dus niet anders dan vol te houden en door te gaan op de ingeslagen weg. Volhouden dus. En toch is dat nu veel moeilijker dan tijdens de eerste golf. We zijn, zo blijkt, minder gemotiveerd en nemen het hier en daar met al die regels ook minder nauw. Tijdens de eerste golf waren we nog vol goede moed en leefden we in het optimisme dat we er de tegen de zomer vanaf zouden zijn. Het goede weer, de zomer, zou ons daarbij helpen, net zoals bij de meeste griepgolven. Tijdens die eerste periode trad er ook een soort van verbroedering en verzustering op. Mensen gingen in Italië zingen vanaf balkans en ontstonden mooie initiatieven om elkaar te helpen, met bijvoorbeeld boodschappen doen of muziekserenades bij verpleeghuizen. Van dat alles zie je nu niet zo veel meer terug. Het is nu veel meer gewoon worden met de daarbij behorende mentaliteit dat ieder het maar voor zich moet oplossen. Ja, je ziet dat in deze periode dat in plaats van verbroedering en verzustering eerder de spanningen tussen mensen en tussen groepen mensen toeneemt. In Italië wordt niet al lang meer gezongen vanaf balkons. In plaats daarvan zien we dat een stad als Napels in een chaos veranderd. Op zich is dat allemaal wel te begrijpen, want mensen voelen zich veel meer bedreigd, hebben geen inkomsten meer of zijn bang dat ze hun werk gaan verliezen, of hun zaak moeten sluiten. Toch vraag je je af hoe het toch kan dat het bij de tweede golf waar we nu in zitten zo anders is dan tijdens de eerste golf. Ik denk dat dat er mee te maken heeft dat die periode voor de zomervakantie nog goed te overzien was. En als iets goed te overzien is, dan helpt dat als er wordt gezegd dat je moet volhouden. Volhouden wordt makkelijker als je op de kalender kunt aankruisen wanneer het einde wordt behaald. Een dieet bijvoorbeeld van een paar weken valt dan nog net op te brengen, maar wat als je niet weet wanneer je met het diëten mag stoppen. Of als de dokter zegt dat je met een gekneusde voet zes weken rust moet houden. Het is niet leuk, maar het is te doen, want je weet: over zes weken is het over, maar wat als je dat van te voren niet weet, ja dan wordt het allemaal veel moeilijker. Dan verliezen mensen de moed en de kracht om het vol te houden. Soms zelfs kan dat omslaan in opgeven. Als ik toch niet weet wanneer het einde komt, ja, waarom zou ik dan al die moeite doen. Helemaal moeilijk wordt het om te volhouden als we ook nog eens in verwarring worden gebracht, als je niet weet wie je moet geloven. Het is net als in dat boek Spreuken met die twee vrouwen, vrouwe wijsheid en vrouwe dwaasheid. Vrouwe dwaasheid roept maar wat zegt de bijbel. Vrouwe dwaasheid probeert de mensen van het rechte pad af te brengen. Hoe ze dat doet? Ze kijkt niet verder dan haar neus lang is. Ze verleidt de mensen met pleziertjes, met het korte termijn denken. Vrouwe dwaasheid zit in de deuropening en roept de mensen toe dat ze vooral lekker moeten eten en drinken. Waar het brood dat je eet vandaan komt, maakt haar niet uit. Zelfs niet als dat brood gestolen is. De geluiden van vrouwe dwaasheid horen we ook nu. Het zijn de stemmen die zeggen dat het corona-virus een hoax, een verzinsel is. Het zijn de stemmen die zeggen dat het onzin is om je van alles te ontzeggen. Het zijn de stemmen van de mensen die gewoon doorgaan met feesten, met grote bijeenkomsten, zowel in het openbaar als thuis. En net als vrouwe dwaasheid uit de bijbel proberen deze stemmen de mensen die wel geloven in de zin van de maatregelen die de overheid oplegt van het rechte pad af te brengen. Ik las dat zelfs een ziekenhuis als Isala in deze tijd bedacht is op aanvallen van buitenaf vanwege mensen die het allemaal maar onzin vinden. Ja, vrouwe dwaasheid spreekt niet alleen kwalijke woorden met haar mond, ze kan ook agressief worden als ze haar zin niet krijgt. Gelukkig is daar ook de andere kant, de kant van vrouwe wijsheid. Vrouwe wijsheid roept de mensen net zo goed op om te eten en te drinken, maar het gaat in hier alles om brood en wijn dat ons nog te wachten staan, een belofte die je nu misschien nog niet ziet, maar die wel in het vooruitzicht is. In ieder geval zal het brood zijn dat niet gestolen is, maar eerlijk verdiend. Vrouwe wijsheid probeert de mensen niet te verleiden met lokkertjes, maar doet een beroep op hun inzicht: wees niet langer onnozel, zegt ze, maar betreed de weg van het inzicht. Ook geeft ze aan hoe die weg begint. Het begin van de wijsheid is het ontzag voor de Heer, inzicht is dat je vertrouwt raakt met het heilige, het geheim van het leven. Ik denk dat als we iemand nodig hebben in deze dagen, dan is het vrouwe wijsheid. En toch vinden we wat ze zegt moeilijk. Moeilijk omdat ze er niet bij zegt wanneer we we het goede leven zullen bereiken.
Vrouwe wijsheid, belooft ons uiteindelijk een rijk waarin het leven goed is. Ook in Jezus houdt ons steeds hetzelfde voor. Hij gebruikt daarvoor beelden als het koninkrijk van de hemelen, het koninkrijk van God, of, zoals in ons evangelieverhaal van vanmorgen: een koninklijke bruiloft. Dat is wat de bijbel ons schetst. Maar ook hier geld, kunnen we er nog wat mee, helpen deze beelden ons om het vol te houden? De eerlijkheid gebied te zeggen dat velen op deze beelden ook zijn afgeknapt. Het zijn beelden waar ze als kind mee zijn opgegroeid. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw. Nou, dat wil je als kind best wel geloven, maar als volwassene duurt dat wachten
o zo lang. We worden ongeduldig en daarmee ongelovig. Ongelovig in die zin dat we het vertrouwen, want dat is geloof, in dat bijbelse perspectief gaan verliezen.
Nu zou Jezus Jezus niet zijn, als hij niet mens was tot in al zijn vezels. Hij kent ons door en door. Hij weet van ons ongeduld, van ons gebrek aan vertrouwen en hij noemt dat dwaas. Hij kan het ook dwaas noemen, omdat hij als mens ook ten diepste contact heeft met die andere kant, die wereld van God. Hij noemt ons dwaas, niet om ons daarmee om de oren te slaan, maar om ook ons te laten kijken in die wereld van God, om onze ogen te openen, om ons de Wijsheid te geven, waarover dat Spreukenboek gaat. Om duidelijk te maken wat wijs en dwaas is, gebruikt Jezus een prachtige gelijkenis. Het gaat om een feest, een bruiloftsfeest, maar ook dat feest laat nog op zich wachten. Kennelijk is dat ongeduld, dat lange wachten niet alleen ons probleem, maar was dat een ervaring die net zo goed gold voor de mensen in Jezus tijd. Tien meisjes trokken er op uit om de bruidegom tegemoet te gaan. Vijf meisjes zijn dwaas, vijf wijs. Getallen in de bijbel zijn nooit toevallig. Het zou heel goed kunnen dat die vijf wijze meisjes symbool staan voor de eerste vijf boeken van de bijbel. De boeken van Mozes, de Torah, waar in feite alles in staat wat God met de mensen voorheeft. Alle tien de meisjes, zowel de dwazen als de wijzen, trekken er op uit om de bruidegom tegemoet te gaan. Allemaal nemen ze ook een lamp mee om de bruidegom te kunnen vinden. Kennelijk is dat iets wat ieder mens dus doet, uitkijken, naar de toekomst. Daar zit het verschil niet in, wijzen en dwaze mensen doen wat dat betreft precies hetzelfde. Het verschil zit hem veel meer in de houding waarmee dat gebeurt, de voorbereidingen die je treft. Het verschil tussen de vijf wijze en vijf dwaze meisjes is dat de eerste groep er aan gedacht heeft om behalve de lamp ook nog wat extra olie mee te nemen. Dan gebeurt wat wij allemaal ervaren. Het wachten op betere tijden, op het koninkrijk van God, op de bruidegom die komt, duurt lang. Zo lang dat de meisjes in slaap vallen. In slaap vallen zou je kunnen zeggen is beeldspraak voor niet meer op de uitkijk staan, in feite heb je de hoop al opgegeven dat de bruidegom ooit nog komt. En weer is er geen verschil tussen de wijze en de dwaze meisjes. Toen ik dat las, was ik verrast. De ervaring van je hoop verliezen kan ons dus kennelijk allemaal overkomen, of je nu gelovig bent of niet. Ja, zelfs Jezus is het overkomen toen hij van het kruis riep: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten. Ik vind dat altijd weer verassend. Dat de bijbel ons er bij bepaalt dat wij gelovigen helemaal niet zo veel hebben om ons beter te voelen dan de anderen. Ook wij vallen in slaap, verliezen de hoop op de grote zomer, de grote oogst. Maar dan midden in de nacht, klinkt er een luid geroep: daar is de bruidegom. Dat zinnetje is heel diep. Midden in de nacht. Daar waar je dus helemaal niets meer verwacht en waar het donker is om je heen, in het diepste dal van de golf van het leven, klinkt er plotseling een roep: daar is de bruidegom. Niemand had het nog verwacht. Wij ook niet.
Opvallend is dat dan pas duidelijk wordt wie wijs is en wie dwaas. De dwaze meisjes steken snel hun lampen aan, maar van de olie is niet veel meer over. Hun lamp brandt maar kort en reserve hebben ze niet. Wat doe je dan, dan vraag je het aan degene die wel hebben, aan de wijze meisjes. Die willen echter niet delen, koop zelf maar zeggen ze. Op het eerste gehoor snap je daar niets van. Niet willen delen, dat past toch niet bij de boodschap van Jezus die het juist over breken en delen heeft. Nee, dat past niet en daarom moeten we het ook anders zien. Juist dat niet-delen maakt duidelijk waar het hier om gaat, wat wijsheid is. Die olie staat symbool voor de manier waarop je in het leven staat en dat is wel uit te dragen, maar niet over te dragen. De vijf wijze meisjes hebben in hun leven geput uit de vijf boeken van Mozes, ze hebben daarmee een levensstijl verworven waarmee ze ook verder kunnen als het moeilijk wordt. Dat kun je niet effe gauw kopen, dat moet je opbouwen. Een voorraadje olie, dat een reservoir van licht kan zijn in een donkere tijd. Licht voor je zelf, maar ook voor je omgeving. Dat is wijsheid zegt Jezus en ik zou zo graag willen dat jullie die verwerven, dat je langzaam een levensstijl opbouwt waarmee je het volhoudt, ook als we moeten wachten. Het is precies diezelfde wijsheid waarover het spreukenboek spreekt, wijsheid die je verkrijgt door ontzag te hebben voor het heilige.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, is dat iets waarmee wij voort kunnen? Ik geloof van wel, hoewel ik sommigen van u toch hoor denken, ja maar, wanneer komt het dan. Hoe lang moet ik nog wachten? Tot sint juttemis? Is het dan toch: stil maar wacht maar, alles
wordt nieuw. Nee, we hoeven helemaal niet te wachten, het is er al, dat is de blijde boodschap, ons evangelie. De roep: daar is de bruidegom, heeft al geklonken, ook voor u en voor mij. Het is er al, in die verbinding die Jezus heeft gelegd tussen hemel en aarde. Het gaat er om dat wij olie hebben gespaard om dat in te zien. Dat dit leven in zichzelf al goed is. Dit, is ons leven, een ander hebben wij niet. Jezus heeft dat met zijn leven zelf gedemonstreerd. Zijn gruwelijke dood aan het kruis is tegelijkertijd goed. Goed omdat zijn dood een heenwijzing is naar God, naar een leven dat sterker is dan de dood. Ook nu dus al. Dat inzien, met de olie van de Torah, geeft rust, geeft feest, geeft vrede aan het hart. Dat inzien, geeft ook reden tot dankbaarheid om alles wat ons geschonken wordt nu en vandaag. Met dat inzicht, met die wijsheid, geloof ik dat wij het vol kunne houden in de tijd die komt.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.