Stilte

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Tegenwoordig heeft elke dag van het jaar wel een speciale betekenis. Zo ook deze zondag. Het is vandaag de dag van de stilte. Voor ons is dat een mooi gegeven om daar eens extra bij “stil” te staan, want wat hebben wij met stilte en, wat is stilte eigenlijk en heeft stilte misschien ook iets te maken met God? Eén ding is wel duidelijk: veel mensen verlangen in deze tijd naar stilte. We leven in een jachtige en drukke wereld vol met prikkels. We hebben drukke levens vol met afspraken en via de media komen er allerlei prikkels op ons af. Ja, sinds de uitvinding van de mobiele telefoon dragen we al die prikkels zelfs mee in onze broekzak, gaan we er soms mee naar bed. En dat is raar. We verlangen naar de stilte, maar kunnen ergens ook niet zonder onze telefoons. Het schijnt zelfs zo te zijn dat als je mensen hun mobiele telefoon afpakt dat ze dan in paniek kunnen raken of in ieder geval zich hoogste ongemakkelijk voelen. Ouderen begrijpen dat niet altijd. Ze zeggen al te gemakkelijk: als je minder prikkels wilt hebben, dan leg je dat ding toch weg. Zo eenvoudig is dat niet. Die mobiele telefoon vertegenwoordigt ook een heel netwerk waarin we leven. Het is al lang niet meer zo dat je woont op één plekje op deze aarde en dat je hooguit wat mensen kent binnen een straal van een paar kilometer. Nee, heel de wereld is vandaag onze woonplaats geworden. We maken deel uit van een netwerksamenleving met alle prikkels die daarbij horen. Dat blijkt wel uit al die berichten die we dagelijks binnenkrijgen over de andere kant van de wereld. Als daar nu iets gebeurd dan weten we dat binnen een paar seconden. Hoe het ook zij al die prikkels kunnen ons ook wel eens teveel worden en dan is er verlangen naar rust, naar stilte. De kloosters in Nederland die stilte-retraites aanbieden kunnen de vraag haast niet aan. Maar helpt dat wel zo’n retraite? Mensen gaan naar zo’n klooster met de verwachting dat ze even bij kunnen tanken, om even tot rust te komen, om daarna de draad weer op te pakken. Maar is dat de stilte die we nodig hebben. Stilte als een moment van rust, als een time-out, een pauze of gaat bij stilte ook nog om iets anders, om een soort ondertoon, een dragende grond. Weten we eigenlijk wel wat stilte is en hoe we daar mee moeten omgaan? Dat is nog niet zo makkelijk, want vaak als we die stilte eenmaal gevonden hebben, vluchten we er ook weer voor weg. Want stilte is niet alleen maar een prettige ervaring, nee stilte kan ook heel beangstigend zijn. In de stilte kom je jezelf pas echt tegen. In de stilte kunnen er allerlei vragen en problemen op je af komen of zaken uit je verleden waar je liever niet aan wil. Eigenlijk kun je daarom ook niet zomaar over stilte spreken. Niet elke stilte is hetzelfde. Zo kan het bijvoorbeeld dood-stil zijn, zo stil dat je een spelt kunt horen vallen. Dat is een soort van stilte die we ervaren als er iets heel spannends staat te gebeuren. Bijvoorbeeld de stilte vlak voor een optreden. Het is dan doodstil omdat iedereen vol spanning zit te wachten op wat ze te zien of te horen krijgen. Eigenlijk is het gek dat we die stilte dood-stil noemen, want eigenlijk is die stilte helemaal niet doods of leeg, maar juist vol verwachting, vol van leven. Ja, hebt stilte in soorten en maten. Stilte wil ook helemaal niet zeggen dat het altijd stil is, dat er geen geluid is. We kunnen de natuur beleven als een stille plek. Je hoort het ritselen van de bladeren in de wind, insecten die zoemen, het zingen van de vogels en toch ervaren we het als stilte. Dit soort van stiltes zijn mooie stiltes, ze verkwikken je ziel en daarom moet je ze ook zoeken en koesteren, maar lang niet elke stilte is zo mooi. Zo kennen wij ook de gespannen stilte, bv, de stilte die je voelt als als je zit te wachten op een telefoontje waarvan je weet dat je een beslissende uitslag krijgt te horen. Dat is geen fijne stilte, maar een angstige stilte. Of wat te denken van een mokkende stilte. Dat is de stilte die er in huis heerst na een ruzie waarbij er niets meer gezegd wordt, gezegd kan worden. En wat te denken van de stilte van het zwijgen, van het stilzwijgen. Stilte kan soms ook gebruikt worden om bepaalde dingen te onderdrukken. Dan wordt er bijvoorbeeld gezwegen over iemands geaardheid of over bepaalde familiegeheimen. Als die aan de orde komen dan valt het ineens stil, maar dat is geen fijne stilte. Het is een benauwende en onderdrukkende stilte. 

Hoe zit het nu met stilte en God? Ik geloof dat die alles met elkaar te maken hebben. We hebben het dan niet over stilte als een soort van rustmoment, bijvoorbeeld eenmaal in de week op zondag, maar een stilte als een soort ondertoon die maakt dat God aan het woord kan komen. Het gaat meer om een innerlijke stilte waarbij we alle stemmen die in onszelf spreken tot zwijgen brengen. Het is de stilte die ontstaat wanneer we al onze beelden loslaten, ook onze beelden over God. Dat is precies de ervaring die Elia heeft op de berg Horeb. Elia heeft deze stilte niet bewust gezocht, nee, hij is er door een crisis in terecht gekomen. Zo kun je de stilte ook ontdekken. Stilte als je het even niet meer weet. Elia had als profeet gestreden voor God, maar ondanks dat hij een strijd gewonnen had, gaf hem dat niet de voldoening. Elia komt in een soort van depressie waarbij hij niets liever wil dan sterven. En zo trekt hij naar de berg Horeb, helemaal alleen, zelfs zijn knecht laat hij achter. Het is goed om ons nu even te herinneren dat de berg Horeb precies die plaats is waar God eerder een verbond sloot met het volk en aan Mozes de tien woorden gaf. Precies op deze plek overnacht Elia in barre eenzaamheid, in een spelonk, een plek van uiterlijke stilte. In plaats van het gevoel gedragen te zijn door het verbond, voelt hij zich van alles en iedereen verlaten, een nare stilte, maar ook een waardevolle stilte, want in zijn diepste eenzaamheid hoort hij een vraag: Waar ben je, Elia. In die diepe eenzaamheid, in de stilte in jezelf, is het de tijd en de plaats om na te gaan waar je gekomen bent. Hier worden de vragen gesteld, die elk mens zich stellen moet. Hoe moet je verder als je ziek bent en al je zekerheden je uit handen zijn geslagen. Hoe moet je verder als je een relatie verbroken hebt? Hoe moet je verder als je ontslag gekregen hebt? Bij die vragen hebben veel mensen het gevoel dat hun leven ondermijnd wordt. Wat verbond, niks verbond! Daar ben je woedend over en soms verwijt je dat God. Je zoekt verklaringen voor wat jou is overkomen, je wil het ergens kunnen bevatten en rechtvaardigen. Dat is het moment dat het klagen volgt. Ook Elia doet dat. Als antwoord op de vraag: waar ben je, geeft hij een verslag van wat hem overkomen is. Waar heb ik dit aan verdiend? Kijk naar die mensen die er maar op los leven. Ik heb altijd gezond geleefd, voor iedereen altijd klaar gestaan, wat heb ik niet goed gedaan? Waarom is het niet beter met me gegaan als God alles in handen heeft? Dat is het moment in het verhaal waarop God zich openbaart. Niet in storm of vuur, zoals eerder bij Mozes, maar nu in het suizen van een zachte koelte, in een fluisterende stilte of hoe je deze woorden ook maar wilt vertalen. Je zou kunnen zeggen dat in het dieptepunt van Elia’s leven God bijna onmerkbaar dichterbij komt. In die stilte laat God zich kennen. God en mens raken elkaar. Ik zei al dat Elia even te voor de weg kwijt was, hij was in een depressie, zag het niet meer zitten, maar in die stilte, in de stilte waar je ook geconfronteerd wordt met allerlei angstige vragen, hoort hij hoe het verder moet met zijn leven. Hij moet nog iets doen, zijn taak is nog niet afgelopen. Die ontmoeting daar op de berg is voor Elia het moment waarop hij God ervaart en zijn leven weer opnieuw in relatie ziet met God en zijn volk. Het is voor hem een moment dat hem weer hoop en uitzicht geeft. Hier klinkt de vraag op zijn scherpst: wat is het nu eigenlijk dat jou werkelijk draagt in het leven, wat is het nu eigenlijk waardoor je werkelijk bemoedigd wordt? In de stilte waarin God zich niet uitspreekt, geeft hij Elia alle ruimte om naar buiten te komen en te ontdekken wie hij is. Die ervaring is voor mijn gevoel prachtig verwoord in een gedicht van de

19e eeuwse dichter Nicolaas Beets….

De moerbeitoppen ruisten;
God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;

Sprak tot mij in de stille,
De stille nacht;
Gedachten, die mij kwelden,
Vervolgden en ontstelden,
Verdreef hij zacht.

Hij liet zijn vrede dalen
Op ziel en zin;
‘k Voelde in zijn vaderarmen
Mij koestren en beschermen,
En sluimerde in.

De morgen, die mij wekte
Begroette ik blij.
Ik had zo zacht geslapen,
En Gij, mijn Schild en Wapen,
Waart nog nabij.

Ik wens u toe dat wij in alle rumoer van deze wereld die stilte mogen vinden…

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *