Problemen als reuzen

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

In de nacht is alles anders. Kleine voorwerpen worden door het licht op de muur geprojecteerd tot reusachtige monsters. Kleine kinderen zouden dan ook het liefste slapen met het licht aan. Maar ook als je groot bent, zijn er de monsters. De problemen van de  dag malen in de nacht door je hoofd. Het lijkt wel alsof ze in de nacht steeds groter worden. Problemen nemen in de nacht gigantische  proporties aan en je ziet met geen mogelijkheid hoe je je problemen kunt verslaan. In de nacht komen ze op je af als een heel leger, stormend van de bergen, naar het dal waar jij ligt, je bed. En als je dan eindelijk toch in slaap valt, dan word je alsnog belaagd, maar dan in je dromen. Je droomt over achtervolging, over het niet kunnen vinden van de uitgang uit een groot huis, je droomt dat je plotseling naakt staat en voor vriend en vijand wordt vernederd, ja, je droomt van onmenselijke wezens, die het op jouw gemunt hebben. Als de strijd op zijn hevigst is, schrik je badend in het zweet wakker. Een nachtmerrie. Dat woord heeft niets met een paard te maken, maar met een oud geloof van onze voorouders die dachten dat je in de nacht bezocht werd door een boze geest, een geest die zij de mara van de nacht noemende. De nachtara. Ja, in de nacht is alles anders. In de nacht nemen kleine problemen de vorm aan van rampen en catastrofes. Ja, het is die nacht die wij allemaal kennen. Soms, letterlijk als wij in bed liggen, maar soms ook figuurlijk als je donkerheid ervaart in je leven. Als ziekte, dood, ontslag, de economie, de teloorgang van de kerk, ja, als al deze dingen op je afkomen als reuzen. Die nacht kennen we allemaal, en soms is het alsof het maar geen morgen wil worden.  

Veertig dagen en nachten duurt nu al de nachtmerrie van Israel. Ook hier lijkt er geen eind aan te komen. Elke ochtend en elke avond weer staat daar die reus, die kolos, die onbesneden Filistijn, Goliath. Ja, achter hem bevindt zich nog een heel leger, maar eigenlijk speelt dat leger in ons verhaal nauwelijks een rol. De enige waar het om draait en die alle aandacht trekt is die reus. Groot is zijn gestalte, zes el hoog, zo’n drie meter, en indrukwekkend zijn uitrusting, de lans die hij bij zich draagt heeft de dikte van de boom van een weefgetouw en de punt van die lans weegt maar liefst zes kilo. Verder is hij volledig gepantserd met bronzen platen, het gewicht van zijn harnas is ongeveer 50 kilo. Een echte reus gewapend tot op de tanden, een getrainde vechtmachine. Maar het is niet alleen zijn verschijning, nee het is ook nog eens zo dat deze reus flink kan schreeuwen, ‘s morgens en ‘s avonds. Hij schreeuwt, maar dat is niet zomaar schreeuwen, nee hij weet met zijn woorden, zijn spot, het leger van Israël te treffen op zijn meest kwetsbare momenten. Precies namelijk op die momenten dat het volk offers brengt aan de God van Israël. Dan slaat hij toe: Wie durft? Kom maar eens op? Bij elke stemverheffing sidderen de soldaten in het kamp van Saul. Ja, ook hun geloof krimpt met de minuut. Ze offeren aan God, dat wel, maar ja, wat heb je eraan. Eigenlijk heeft die Goliath gewoon gelijk. Niets of niemand is tegen hem bestand, zelfs onze God haalt hier niets uit. Ik denk dat het een ervaring is die ook wij wel zullen herkennen. Het gebral van deze wereld, van de brutalen met hun grote monden, de opiniemakers, de zelfverzekerde politici, journalisten, presentatoren, de bankiers en managers die graaien naar het grote geld. Zij die daar staan keurig in het pak met een houding van: mij kun je niets maken. Kom maar op, stelletje sukkels. Oh, wat kun je je dan ongelofelijk klein voelen, machteloos, bang soms. Ja, zo kan het ook gaan als je in deze wereld zegt nog een geloof te hebben, naar de kerk te gaan. Voor je het weet ben je het voorwerp van hoon en spot. Die God van jullie, laat me niet lachen, kom maar op… De brutalen hebben de halve wereld. Wat moet je dan? Ja, je kunt in je schulp kruipen, weg vluchten. Als kerk ondergronds gaan. Of je kunt proberen om terug te vechten, terug te vechten met dezelfde middelen, door nog harder te schreeuwen, door je zelf eens extra te profileren, in de markt te zetten en te roepen, dat jij er ook nog bent. Hier en daar zie je dat ook de kerk dat probeert te doen, door het tegenoffensief te kiezen. Maar als je het kritisch bekijkt, dan doe je eigenlijk niet veel anders dan Goliath. En stel dat je wint, stel, wat dan? Ja, eigenlijk word jij dan de nieuwe Goliath, alleen nog net iets sterker, je hebt dan immers gewonnen. En daarmee kan het spel weer van voor af aan beginnen. Alleen met die verandering dat jij nu de baas bent. En dat is precies de tactiek die Saul ook kiest, hij wil winnen, dus blijft hij met zijn mannen zitten op de andere heuvel. Ondertussen gaat het gebral en het gespot maar door. Zo gaat het nu al veertig dagen en nachten lang. Maar hoe langer het duurt, hoe meer het moraal van de mannen zakt. Niets is zo dodelijk als jarenlange bespotting en vernedering. Vraag het maar eens aan mensen die in hun jeugd gepest zijn. Het geloof in henzelf en hun God loopt hen weg als zand tussen de vingers. Dit komt niet goed. 

Maar dan vergeten we die andere hoofdrolspeler uit dit verhaal. Een jongen, genaamd David, de geliefde, of lieveling, een eenvoudige herder uit het huis van Isai. Hij was thuis de jongste van het stel, ongeschikt nog om te dienen in het leger. Zijn vader Isai, had 8 zonen. Nee, geen zeven, zoals vader Abraham, maar acht en dat zet gelijk al aan het denken. Acht, is in de bijbel niet acht, maar zeven + één. Het is alsof de zeven dagen van de week weer vol zijn. Het gewone liedje zoals altijd, met dat verschil dat de herhaling wordt doorbroken met iets nieuws. Een nieuwe dag, een nieuwe belofte, een nieuw liedje. En daarmee is de achtste zoon eigenlijk ook weer de eerste zoon, een nieuw begin. Hoe het ook zij: deze David gaat op een goede dag naar het kamp om in naam van zijn vader eens te polsen hoe het met zijn broers gaat. Nieuwsgierig neemt David de zaak op aan de frontlinies. Een nieuwsgierigheid die hem door zijn broers niet in dank wordt afgenomen. Waarom eigenlijk? Mag David soms niet zien hoe zijn oudere broers sidderen van angst. Het is alsof journalisten rondtrekken en proberen achter de waarheid te komen. Er zijn altijd oudere broers die willen dat je je mond houdt. Nee, vragen stellen, is soms pijnlijk voor wie onderdeel is van de strijd. Zelfs in de kerk weten we uit de media dat kerkleiders bepaalde schandalen liever in de doofpot stoppen dan ze in de openbaarheid brengen. Al dat gevraag brengt David uiteindelijk wel in de tent van Saul. Hij valt op. Dit is niet zomaar een jongen. Hij steekt zijn neus in andermans zaken en zegt dan ook nog eens “wij hoeven om die Filistijn toch niet de moed te verliezen”. Misschien is het naïef, maar in ieder geval is het heel verfrissend. Een nieuwe kijk op oude problemen. Ik zal met hem het gevecht aangaan, zegt David. Saul weet eigenlijk niet of hij nou moet lachen of boos moet worden. Zo’n brutaal joch. Natuurlijk probeert Saul hem ervan af te houden. Je kunt niet tegen hem strijden, zegt hij. Let op Saul zegt niet dat je niet van Goliath kunt winnen. Nee, hij is nog veel pessimistischer. Je kunt niet eens met hem strijden, laat staan van hem winnen. Maar David geeft niet op. Hij heeft wel voor hetere vuren gestaan. Als herder kent hij de gevaren. Opmerkelijk is dat David niet zegt dat hij zelf zo sterk en dapper is. Nee, als hij al een keer een beer heeft verslagen, dan was het eigenlijk God, die hem de beer in zijn macht heeft gegeven. Kortom David weet ook wel dat hij als David niet van Goliath kan winnen, maar tegelijkertijd vertrouwt hij erop dat God hem op een goede manier zal gebruiken. Ik denk dat wij veel van onze problemen ook te lijf willen gaan met eigen kracht. Je denkt, ik moet het doen, ik moet de goede woorden vinden, ik, ik, ik, maar zou het ook kunnen zijn dat je kunt vertrouwen op het moment, dat het jou dan gegeven zal worden… Dat je net in het heetst van de strijd jouw baas kalm en beheerst kunt zeggen waar het jou om gaat. Dat je vertrouwd op God. Uiteindelijk geeft Saul toe. Misschien had hij wel zin in een verzetje, een leuk filmpje van iemand die zich belachelijk maakt voor op youtube, maar misschien ziet hij ook werkelijk heil in deze jongen. Toch denkt Saul nog steeds dat de strijd alleen te winnen is met gelijke wapens. Oog om oog, tand om tand en dus geeft hij David zijn eigen harnas. Zo is hij tenminste nog enigszins beschermd. David trekt het aan, maar al gauw blijkt dat dit niet bij hem hoort. Hij gaat liever als degene die hij is: als herder en hij strijdt met de middelen die een herder eigen zijn, een slinger en vijf steentjes. Ik denk dat ook dit getal vijf er niet zomaar staat. Het getal vijf doet onmiddellijk denken aan de vijf boeken van Mozes. De boeken die de richting bevatten voor ons leven. Ja, tegenover de wapenrusting van de Filistijn, stelt David enkel zijn vertrouwen op God. En juist zo wint hij. 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, in de nacht is alles anders. In de nacht van deze wereld,  de nacht van ons leven zien wij reuzen. Gestalten die wij menen te moeten bestrijden met eigen kracht. Maar er is ook een andere weg. Een enge weg, die van het vertrouwen, het is ook de weg van Jezus. Voor velen is het nacht, en nacht die eindeloos duurt, voor je gevoel wel veertig dagen, of misschien wel veertig jaar, een mensenleven lang. Maar er is ook een morgen. Altijd weer, zo houdt de schrift ons voor. Het is de achtste zoon. Daarmee gaat de zon over ons op, net zoals de zon opging over Jakob bij zijn nachtelijk gevecht aan de oever van de rivier de Jabbok.  Het licht in de morgen. Ach eigenlijk kun je die elke dag al meekaken. Als je s morgens de gordijnen weer opentrekt dan voelt alles vaak heel anders. Dan zie je weer een weg, een uitweg. Problemen schrompelen weer ineen tot probleempjes en de oplossingen liggen heel eenvoudig voor de hand. Ja, in de nacht is alles anders, maar in de morgen ook.

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *