Met elkaar verbonden

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vandaag lezen we een moeilijke tekst die lijkt te gaan over echtscheiding. Kon je vroeger nog denken, dat gaat mij niet aan, omdat het bijna niet voorkwam, vandaag de dag is dat heel wat anders. Wist u dat in Nederland een op de drie huwelijken eindigt in echtscheiding. Een op de drie, dat is heel veel, grote kans dus dat ook u er mee te maken hebt, hetzij zelf, of bij uw kinderen of de kleinkinderen. Nederland telt als gevolg daarvan ook steeds meer eenpersoonshuishoudens en dat zal ik de komende jaren, zo is de verwachting, alleen maar verder toenemen. Het grote woningtekort waar we nu tegen aanlopen heeft ook hier mee te maken. Woonden we vroeger met z’n tienen in een huis, nu hebben steeds meer mensen een huis voor hen alleen nodig. Wat we ook zien is dat de verscheidenheid in samenlevingsvormen ook verder is toegenomen: naast het gewone gezin kennen we tegenwoordig 1-ouder gezinnen, patchworkgezinnen, donorouders, bonusmoeders en vaders, stiefouders, halfzusjes, gezinnen met ouders van gelijk geslacht met of zonder kinderen, ja noem maar op. Naast het feit dat we blij kunnen zijn met al die vormen omdat ze recht doen aan hoe mensen zijn, is de andere zijde dat het niet altijd makkelijk is. Neem alleen al de vraag hoe je als ouders omgaat met de ex van je zoon of dochter. Het kan wel zijn dat jouw zoon of dochter niets meer wil weten van zijn of haar ex, maar wat als jij wel een goede band had. Staat die dan ineens ook ter discussie? Kortom, als je dat allemaal bedenkt dan is het vreemd om vanmorgen zo’n oude tekst over echtscheiding te lezen. We zitten met deze tekst ineens middenin een oud rabbijns debat. De vraag is natuurlijk kun je die situatie van toen wel vergelijken met die van nu. Ik denk zelf van niet. De vele vormen die wij nu kennen, waren in de tijd van de bijbel onbekend, relaties tussen twee mensen van hetzelfde geslacht kwam gewoon niet voor of was ondenkbaar, maar ook omgekeerd geld dat: relatievormen die in de bijbel nog heel gewoon zijn, kennen wij niet meer. Denk aan het leveriaatshuwelijk, dat is wanner een man met de weduwe van zijn overleden broer trouwt. Dat was een bijbelse plicht om er voor te zorgen dat de vrouw toch kinderen kon krijgen als ze die uit haar eerdere huwelijk niet had. Ik denk ook aan de ge-arrangeerde huwelijken, uithuwelijken en kind-huwelijken al die vormen vinden wij op onze beurt niet meer van toepassing op ons. 

Het gevaar is nu groot om af te haken, want u zou kunnen denken deze tekst gaat toch niet over mij, want ik ben single of ik ben nog steeds gelukkig getrouwd. Toch denk ik dat we de tekst niet zomaar over boord moeten gooien. Natuurlijk we moeten een vertaalslag maken, goed kijken naar wat er staat, maar misschien staat er dan wel iets waar ook wij wat aan hebben. Misschien, en ik kan u vast verklappen dat dat zo is, gaat het Jezus om iets veel diepers dan de concrete vorm van een relatie tussen man en vrouw zoals ze dat in die dagen kenden. Voordat we daar aan toe komen is het goed om eerst iets meer te weten over de achtergrond waartegen zich de discussie die Jezus heeft met de Farizeeën zich afspeelt. De vraag die de Farizeeën in het midden gooien is deze: mag een man zijn vrouw verstoten. Wat gelijk al opvalt is de ongelijkheid tussen man en vrouw waar wij grote moeite mee hebben. De vraag is namelijk niet: mag een vrouw haar man verstoten, nee eenzijdig is de vraag: mag een man zijn vrouw verstoten. Het antwoord daarop is eigenlijk kort en krachtig: ja. Eigenlijk hadden de Farizeeën dat niet eens aan Jezus hoeven vragen, want in de wet van Mozes stond al dat de man van zijn vrouw af kan komen door een scheidingsbrief te schrijven en die aan haar te geven. Daarmee was het huwelijk ontbonden. Over het kunnen wegsturen van je vrouw was dus geen verschil van mening, maar de vraag spitst zich hier toe op de reden, op de grond, waarvan je je vrouw mag wegsturen. Is dat omdat ze niet meer van je houdt, is dat omdat ze vaak ruzie maakt, omdat ze niet lekker kookt, omdat ze het huishouden verwaarloosd, of is dat omdat ze het aanlegt met een andere man. Allemaal verschillende redenen. Het schijnt inderdaad zo geweest te zijn dat als een man vond dat zijn vrouw slecht kookt, dat dat al een reden was om haar weg te sturen. Bijna zoiets als hoe bij ons een werkgever omgaat met zijn werknemer. Niet functioneren of niet goed functioneren kan een reden zijn tot ontslag. Eigenlijk kun je de situatie van de bijbel daar best wel mee vergelijken. Kijk, wij denken bij huwelijken heel vaak aan huwelijken die tot stand zijn gekomen door wederzijdse liefde. De jongen vindt het meisje lief, het meisje de jongen en dat is dan de reden om te trouwen, maar zo lag het in de bijbel niet. De vrouw had eigenlijk niets te vertellen en helaas is dat in heel veel culturen nog steeds het geval. De vrouw werd niet gezien als een wezen dat zelfstandig kon beslissen, als een mens met gevoel, nee de vrouw werd gewoon gezien als bezit. Als meisje was ze eerst het bezit van haar vader en later werd ze bezit van haar man, ja eigenlijk werd ze verkocht aan haar man die daarvoor dan ook een goede prijs moest betalen, een bruidsschat. Eerlijk gezegd snap ik daarom niet goed waarom vrouwen zich tegenwoordig bij een huwelijk nog steeds laten weggeven door hun vader. Ik verzet me daar ook altijd tegen, als dat het plan is, maar helaas dat haalt vaak niets uit, want het is toch zo mooi. Ja, het is mooi, maar het is ook een regelrechte herinnering aan de tijd dat de vrouw bezit was. Ik zeg wel eens, als je het dan al zo nodig wil doen, dan ook de man, laat dan de jongen weggeven worden door zijn moeder, dan is het tenminste gelijkwaardig, maar goed tegen sommige gewoontes doe je niets. Terug nu naar het verhaal. De discussie gaat dus over de vraag welke reden een man kan hebben om z’n vrouw te verstoten. Nogmaals het gaat hier alleen over de man. Een vrouw had die mogelijkheid niet. Zij bleef als haar man haar niet liet gaat vastzitten in een relatie. Het eerste wat nu opvalt is dat  Jezus niet meegaat in het debat over redenen tot verstoting. Nee, Jezus ontwijkt die discussie en en grijpt terug op het scheppingsverhaal. Hij wil het hebben over hoe de mens is bedoeld. Hij spreekt over hoe God ons tot leven riep, mannelijk en vrouwelijk, gericht op de ander. Van meet af aan, zo wil hij zeggen, zijn we geschapen als medemens, als naaste, als mens onder de mensen. Wat daarbij opvalt is dat Jezus uitgaat van een volstrekte gelijkwaardigheid.. Hij spreekt namelijk over “de” mens, niet over man en vrouw apart. Hier ligt denk ik ook het raakvlak met onze levens, 

want we worden als het ware weer teruggeroepen naar ons diepste mens-zijn. We zijn bedoeld als medemens. 

Wat houdt dat nu in? Dat medemens zijn gaat uiteraard veel verder dan alleen het huwelijk. Het gaat er om dat je als mens pas tot je recht komt als je medemens bent, als je de ander zoekt, als een tegenover, als een aanvulling op wie jij bent, als een mens om van te houden. Kan dat alleen in een traditioneel huwelijk? Of alleen in tweetallen? Nee, dat zou ook niet zo best zijn, dat medemens zijn gaat veel verder. Mensen hebben mensen nodig, in vriendschap, als buren, als kennissen en in liefdesrelaties. Adam, wat gewoon mens betekent, is eenzaam, want deze mens vindt niemand die een tegenover is. De bijbel zegt dat eigenlijk heel mooi: een tegenover, dat is niet hetzelfde als een hulpje, of een ondergeschikte, maar iemand die hem/haar in de ogen kan zien. Hiermee komen we bij het hart van Jezus’ woorden. Mensen horen bij elkaar, want alleen dan kun je elkaars leven kleur geven, het beste in elkaar naar boven halen, elkaar liefhebben, gewoon om wie we zijn. Deze liefde reikt dus veel verder dan romantische liefde en het burgerlijk huwelijk. Het gaat hier niet zozeer om vlinders in je buik, maar om mensen die voor elkaar kiezen, voor elkaar willen instaan. Het is daar te vinden waar mensen bereid zijn antwoord te geven op de vraag die in het begin aan ons werd gesteld: waar is je broer, waar is je zus, waar is je naaste? Jezus vraagt dus niet naar de reden om iemand weg te sturen, maar nodigt ons uit te kijken waar we elkaar kunnen ontmoeten, waar we elkaar kunnen verrijken. Eigenlijk een radicale omkering dus. 

Ik maak even een klein uitstapje. Vandaag is het Israëlzondag. Een zondag waarin we als PKN-kerk blijk geven van onze verbondenheid met Israël. Een ieder die her nieuws rondom Israel een beetje heeft gevolgd, zal hebben gezien dat die verbondenheid niet eenvoudig is. Moeten we aan de basis van ons kerk-zijn zeggen dat we verbonden zijn met Israël? Ik denk van wel. We hebben als kerk het geloof niet uitgevonden. We volgen immers een joodse Rabbi. Dat laatste betekent niet dat we kritiekloos moeten staan tegenover de politieke staat Israël en de stad Jeruzalem, alsof we God daarin eenvoudig zouden kunnen aanwijzen. We mogen en moeten van ons laten horen als daar medemensen worden weggezet als tweederangs burgers. De stad van vrede waarvan de hele bijbel zo vol verlangen spreekt, mag ons inspireren om te blijven vragen om echte vrede, voor al haar bewoners, voor al wie daar schuilen willen, Jood en Palestijn. We worden uitgedaagd vorm te geven aan de liefde voor wie op onze weg komt, onze naaste. De verbondenheid met Israel leert ons enerzijds een strenge afwijzing van alle antisemitisme, maar anderzijds ook van alle discriminatie van medemensen.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus. Als we dachten dat wij deze moeilijke tekst van vandaag naast ons neer konden leggen, dan hebben we het mis. Deze tekst gaat ook over u en mij en wel over de vraag hoe wij in het leven staan. Jezus is radicaal in zijn liefde voor mensen. Die radicale liefde mag ons tot voorbeeld, maar bovenal tot troost zijn. Het verbond dat God met zijn mensen heeft gesloten, de relatie die hij met ons is aangegaan, blijkt niet kapot te maken te zijn. Altijd weer zoekt hij ons op, ook als we een puinhoop van ons leven maken roept hij ons tevoorschijn, gaat hij opnieuw met ons op weg. Zo worden we keer op keer uitgenodigd om tevoorschijn te treden en om in de voetsporen van zijn zoon te leren dat we medemens zijn, voor elkaar geschapen. In allerlei veelkleurige relaties mogen we die liefde met elkaar delen. Mogen we voor elkaar bestaan, als mensen die elkaar in de ogen zien, die elkaars tegenover zijn. Onze liefde voor elkaar is geborgen in goddelijke liefde. Gods trouw reikt tot in eeuwigheid.

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Amen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *