Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Gelukkig de treurenden want zij zullen getroost worden. Zo geeft de evangelist Mattheus ons vanmorgen de woorden weer die Jezus heeft gesproken op een berg. Het zijn de woorden die beroemd zijn geworden als de bergrede. Gelukkig de treurenden want zij zullen getroost worden. Maar past het wel vanmorgen om juist deze tekst aan te halen en is het ook niet een beetje kort door de bocht, cru, om dat te zeggen tegen mensen die in het achterliggende jaar een groot verlies hebben meegemaakt. Is het eigenlijk niet hetzelfde als tegen iemand zeggen: ach het valt allemaal wel mee, kijk nog eens naar wat je hebt, het komt allemaal wel goed. Wie zit met een groot verdriet weet uit ervaring dat hoewel deze woorden goed bedoeld zijn, ze totaal verkeerd bij je kunnen overkomen. Je kunt mensen die dat zeggen soms wel achter het behang plakken. Het lijkt wel alsof mensen die dat zeggen geen oor hebben voor de diepte van je verdriet. Ja, misschien willen ze er ook helemaal niet naar luisteren en sluiten ze zich voor je af met zo’n goedbedoelde maar goedkope troost. Stil maar wacht maar, alles wordt nieuw. Is dat ook wat Jezus bedoelt te zeggen? Is hij ook zo’n goedkope trooster waar je niets voor koopt?
Een zondag als deze heeft altijd een wat beladen karakter. Als ik zo de kerk rond kijk, dan weet ik dat er hier vandaag een heleboel zijn die het verlies van een dierbare van nabij hebben meegemaakt. Met sommigen van u heb ik al nader kennisgemaakt en dan zie ik in de ogen het verdriet en het verlangen naar de tijd dat je nog samen was, dat je nog met vader of moeder kon spreken, toen je de intimiteit met je partner nog kon delen. Ik weet uit de verhalen hoe moeilijk de weg is na een verlies, ook als het gaat om een hoogbejaarde ouder. Als je vader of moeder overlijdt word je met de neus op het leven gedrukt. Nu ben je zelf de oudste en er is niemand meer die de herinnering bewaard aan je allereerste levensjaren. Je bent je thuis kwijt en het gevoel dat er altijd iemand is die je onvoorwaardelijk accepteert, hoe je ook bent, wat je ook gedaan hebt, omdat je altijd kind bleef. Ik zie ook de pijn waar dat niet goed gegaan is. Waar mensen uit elkaar zijn gegroeid en met de dood pijnlijk zichtbaar wordt dat breuken nu niet meer kunnen worden hersteld. Het verdriet over het onvermogen om naar buiten te brengen wat je diep van binnen al die jaren hebt gevoeld. Ik zie de grote leegte in de levens van allen die een levenspartner verloren. Ik hoor hoe u mij verteld hoe moeilijk het is om de draad weer op te pakken, om weer terug te komen in het openbare leven. En als je dat doet dan is er elke keer weer de ervaring om thuis te komen in een leeg huis. Niemand die wat zegt, niemand met wie je de ervaringen van de dag kunt delen. Soms zie ik ook de opluchting als iemand sterft, maar ook dan is het altijd zo dat er een periode van pijn en verdriet is geweest. Als mensen zichzelf niet meer zijn, door dementie of wanneer een ziekte het karakter verandert. Dan ben je in feite al voor het sterven de persoon kwijt waar je eens zo van gehouden hebt. Nee, het is vandaag een beladen zondag, dat kan ook niet anders, zoals u hier zit met al uw gevoelens en ervaringen. Is het dan niet te kort door de bocht om te zeggen: gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
U zult wel begrijpen dat ik dat zelf niet vind, anders had ik deze tekst voor vandaag niet gekozen. Maar ik kan de weerstand ertegen wel begrijpen. Misschien vormen de zogenaamde zaligsprekingen of gelukkigsprekingen, waarvan dit er één is, wel één van de moeilijkste teksten van de bijbel. Neem nu zo’n uitspraak als: Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Wat moet je met zo’n uitspraak. Je kunt zo’n tekst bijna niet lezen zonder het op jezelf te betrekken. Bedoelt Jezus te zeggen dat ik zachtmoedig van hart moet zijn, dat ik een vredestichter moet zijn, dat ik zachtmoedig moet zijn… Maar dat is toch niet vol te houden. We zijn toch maar gewone mensen? Vraagt Jezus niet te veel van ons èn belooft hij niet te veel als Hij zegt: gelukkig de treurenden want zijn zullen getroost worden. Ja, het is geen gemakkelijke tekst. Sommige mensen hebben daarom ook gezegd dat je deze uitspraken van Jezus niet al te serieus moet nemen. Je hoort dit soort opmerkingen alle eeuwen door. Zo zeggen sommige uitleggers dat Jezus uitspraken niet bedoeld zijn voor iedereen, maar slechts voor een beperkte groep, bijvoorbeeld zijn discipelen. Of anderen zeggen dat ze niet gelden voor alle terreinen van het leven, maar alleen voor het geestelijk leven. Of weer anderen zeggen dat ze niet gaan over het leven nu, maar dat het beloften zijn voor later, voor na onze dood. Natuurlijk, dat kun je doen, je mag je vraagtekens plaatsen, maar de vraag is dan natuurlijk wel of we Jezus diepste intenties daarmee recht doen. Of we dan wel door hebben waar het hem om te doen was. Misschien is het beter om maar gewoon bij de tekst zelf te blijven en er niet te veel aan veranderen. Als je dat doet dan kom je vanzelf uit bij de persoon die deze woorden gesproken heeft, bij Jezus. Dat verandert de zaak. Voor mij zijn het dan geen woorden meer die gaan over een verre toekomst, nee het zijn woorden die werkelijkheid zijn geworden met zijn komst. De woorden die Jezus spreekt zijn allemaal Messias woorden. Het zijn dingen die werkelijkheid worden als de Messias komt: koninkrijk van God, troost, bijstand, het beërven van het land, verzadiging, brood en water, brood en wijn, barmhartigheid, God zien, kinderen van God zijn enz. Maar is die Messias niet gekomen in de persoon van Jezus? Was Jezus niet die persoon die leeft in eenheid met God. Het zou voor mij anders zijn als deze woorden werden gesproken door iemand die ze zelf niet doet, maar zo is het niet bij Jezus. Misschien moet je deze gelukkigsprekingen wel zien als een soort van actieprogramma van Jezus. Dit is waar Hij voor staat. Zo wil hij laten zien hoe God ons nabij is, waar wij Hem kunnen vinden in deze wereld. Nadat Jezus zijn woorden gesproken heeft, gaat hij ook onmiddellijk aan de slag. Hij zoekt de zieken op, geneest ze, hij verzadigt de hongerigen, hij haalt eenzamen terug in de kring, hij geeft angstige mensen nieuwe moed, en roept rijken op tot bekering. Al die dingen zijn bij Jezus geen loze beloftes, maar worden nu al werkelijkheid.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, is dat ook niet de kern van kerk zijn? Dat wij in de voetsporen treden van Jezus. Is God niet steeds zo onder ons aanwezig als mensen zich voor mensen inzetten. Als wij ons met elkaar verbonden voelen omdat we stammen uit dezelfde bron? Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Ik geloof dat we de tekst vandaag met recht mogen aanhalen. Het is geen loze belofte voor later, voor na onze dood. Absoluut niet. Trouwens daarover maak ik mij ook helemaal geen zorgen. Als God liefde is, dan zit dat wel goed, ook na onze dood. Nee, waar het steeds weer om gaat in de bijbel is dat de dood niet nu al vat op ons krijgt terwijl we nog leven. Daar was het Jezus en is het God om te doen. God roept ons op om elkaar bij te staan, om elkaar te troosten in zijn Naam. Is dat cru? Nee, het is het enige wat wij hebben, daar zullen we het mee moeten doen.
Gemeente, vandaag is het een beladen zondag. Velen van u zitten hier met gevoelens van verdriet, eenzaamheid, herinneringen. Maar we staat daarin niet alleen. God staat naast ons, waar, daar waar mensen zich voor u inzetten, naar u luisteren. Waar? Daar, waar u zich inzet, luistert. Daarom: Gelukkig de treurenden want zij zullen getroost worden. Voorwaar een opdracht voor ons allen.