Jij hebt het in je…

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, 

Hebt u wel eens goed achter de schilderijen gekeken die bij u thuis in de woonkamer hangen of onder de vazen of in de klok? Weet u eigenlijk wel welke kostbaarheden u in huis hebt? U denkt misschien, ach het is allemaal niet zo veel waard? U heeft misschien een prent aan de muur hangen die er al sinds heugenis hangt en mogelijk bij een toekomstige verhuizing gewoon naar de zolder verdwijnt. ‘t is zo’n onnozel ding. Totdat op een goede dag iemand bij u binnenstapt met verstand van zaken. Wat hebt u daar hangen? Wat een prachtige prent? Weet u wel van die is? Het programma schatgraven of tussen kunst en kitsch brengen regelmatig vondsten aan het licht waarvan mensen niet wisten dat wat ze hadden zo bijzonder was. Maar het kon ook zijn dat u aangestoken door de waarde die aan sommige voorwerpen worden toegekend, al lang op onderzoek bent uit geweest en stiekem toch eens achter de schilderijen, onder de vazen en in de klok, hebt gekeken. Nee het gaat u natuurlijk niet om het geld, maar toch, je wilt het wel weten… 

Maar hoe zit dat nu met uzelf? Weet u zelf wel wat u waard bent, welke schatten er in u huizen? Zal ik u het vanmorgen vertellen? Of sterker nog zal God het u vertellen? Eén prachtig verhaal over wat God komt vertellen is ons overgeleverd. Het is het verhaal van Maria. Nu kennen wij dat verhaal door en door, het is ons zo bekend, dat we het gevaar lopen niet meer te horen wat God ons precies komt vertellen. Daarom stel ik voor dat we het eens anders doen, zodat u straks weet, wat God u komt vertellen. 

Gabriël, wil jij eens even bij me komen. Ik heb je nodig. Ja, ja, ik kom al. Wat is er God, wat kan ik voor u doen, moet er weer een boodschap overgebracht worden? Ja, maar dit keer is het wel een heel moeilijke. Weet je ik heb besloten om eens een tijdje bij de mensen te gaan wonen en eh, nou zoek ik nog naar een geschikte plek om te wonen. En jij moet mij daarbij helpen. Eh, God, ik wil me er niet mee bemoeien hoor, maar eh, zou u dat nou wel doen. De mensen hebben het zo druk, ze hebben nauwelijks tijd voor elkaar, het is werken, werken, zorgen voor de kinderen en dan moeten ze zich ook nog ontspannen op zondag. Ik weet het niet hoor, het zal moeilijk worden om een goede plek te vinden. Ja, precies, en daarom wil ik naar de mensen toe. Omdat ik het gevoel heb, dat ze iets missen, dat ze, hoe zal ik het zeggen, dat ze zichzelf missen, dat ze Mij missen. Nee, mijn besluit staat vast, onder de mensen wil ik wonen. Ga, nu maar gauw, anders kom je nog te laat. Eh, dat is goed, maar wat moet ik dan zeggen? Nou, dat is simpel, eigenlijk niet veel, ieder mens is geschikt om mij te ontvangen, het enige wat jij hoeft te zeggen is: jij, hebt het in je. Kun je dat onthouden? Jij, hebt het in je. Ik heb het, dat zal wel lukken. 

Met die boodschap ging de engel Gabriël op weg en omdat hij de aandacht niet naar zichzelf wilde toe trekken, nam hij de gedaante aan van een gewoon mens zoals u en ik. Gabriël liep door de stad op zoek naar een plek voor God om te wonen. Hij keek goed om zich heen naar links en naar rechts. Daar in de straat om de hoek zag hij een mooi huis, met zo’n statige voordeur met koperen klopper in standsgroen. Dat is een mooie plaats, dacht hij. Eens kijken of God hier welkom is. Gabriël belde aan en een jonge vrouw deed open. Wat komt u doen? Wie bent u? Ken ik u? Nou, eh nee, maar… stamelde Gabriël. U komt mij toch niet iets verkopen, hè, of is het weer voor een of andere enquête. Nou daar doe ik niet aan mee, daarvoor heb ik geen tijd. Gabriël kon er nauwelijks tussen komen, maar toen er even een gat viel, wist hij nog gauw uit te brengen: ik wilde alleen maar zeggen; jij hebt het in je… Wat, riep de vrouw boos, jij smeerlap, wil je eens even gauw maken dat je weg komt, en handen van mij af, weg nu of ik roep de politie. En nog voor dat Gabriël door had wat ze zei werd de deur met een klap voor zijn neus dichtgesmeten. Een minuut lang stond hij zo voor de deur. Toen pas drong het tot hem door wat er gebeurd was. Hier kon God niet wonen, hier was Hij niet welkom, dat was wel duidelijk. 

Gabriël draaide zich om, liep het trapje af en ging verder. Aan het eind van de straat stond nog een mooi huis, met een tuintje ervoor en een keurig aangeharkt grindpad. Ditmaal minder zelfverzekerd, liep hij met knikkende knieën op de deur af en belde aan. Een vriendelijke vrouw deed open. Gabriël stelde zich voor en vroeg of hij haar wat mocht zeggen. Maar, natuurlijk, kom binnen en gaat u zitten. Wat fijn dat u langs komt, ik had net behoefte aan een praatje. Om te voorkomen dat het gesprek over koetjes en kalfjes zou gaan, stak Gabriël maar gelijk van wal. Ik kom je zeggen: jij hebt het in je. De vrouw kleurde ervan. Echt, echt waar, oh wat fijn dat u dat zegt, weet u dat is precies wat ik altijd al heb gedacht. Het doet me goed om het eens van een ander te horen. Ik was er al zo lang mee bezig. Jij komt precies op het goede moment. Jij bent precies het zetje dat ik nodig heb. En zo kakelde de vrouw aan één stuk, dat Gabriel in haar kamer was, was ze al bijna vergeten. Gabriël probeerde er nog tussen te komen, maar dat lukte niet. Toen stond hij maar op. Ga, je nu al weer weg, he toe, blijf nog even, jij geeft me zo’n goed gevoel. Het spijt me, maar ik kan echt niet blijven. Ik moet verder. En zo stond hij twee uur later buiten. Dit was geen succes. 

Hier in deze stad, kon hij geen plek vinden voor God om te wonen. Of de mensen hielden de deur gesloten, hadden aan hun eigen leven genoeg of waren alleen maar met zichzelf bezig. Na dagen van zoeken ging Gabriël naar een stad met de naam Nazareth, een stad waar niemand iets van verwachtte. Men zei zelfs: kan er uit Nazareth iets goeds komen? Hij liep het stadje in waar de huizen heel wat minder mooi waren dan eerst. Op straat vroeg hij aan de mensen wie hier zoal woonden. Oh niets bijzonders hoorden, zeiden de mensen. Maar misschien moet het daar eens proberen… Toen hij aanbelde bij het huisje dat de mensen hem wezen deed opnieuw een vrouw de deur open, of eigenlijk bijna een meisje nog. Men had hem verteld…, tja wat had men hem verteld, eigenlijk niets meer dan dat het meisje Maria heette en dat ze was verloofd met Jozef. Ja, hij was een afstammeling uit het koningsgeslacht van David, maar dat was allemaal al lang vergane glorie. Nu was hij gewoon bouwvakker. Hun huis zag er uit als zo vele andere in de straat. Een vinex-wijk, met keurige rijtjeswoningen. De een nauwelijks van de ander te onderscheiden. Afwachtend keek het meisje hem aan. U wenst? Door de ervaring wijs geworden, stak Gabriël meteen van wal: ik kom je iets vertellen: jij hebt het in je. Bij het horen van die woorden schrok Maria hevig en ze vroeg zich wat die woorden toch te betekenen hadden. Zij, waar om zij, ze was een eenvoudig meisje, niet opvallend. Nooit had iemand tegen haar gezegd dat zij bijzonder was. Ze werd er stil van en wist niet wat ze moest zeggen. Gabriël die dacht dat zijn boodschap niet aangekomen was: zei het nog maar eens: jij hebt het in je. Nu raakt Maria in de war. Vertwijfeld roept ze uit: ik ben maar een dienstmeid, verloofd met een timmerman, ik heb het in mij, dat kan toch niet. Het zal toch niet waar zijn, ik ken de slagen van de zweep, mensen zoals ik zijn niet voor het geluk geboren, we werken en werken, en het gaat nu eenmaal zoals het gaat. Daar helpt geen lieve God aan. Gabriël zweeg, het brandde hem om de lippen om meer te zeggen, maar God had het hem verboden, alleen die ene zin mocht hij zeggen. Het enige wat hij kon doen was haar aankijken. Ze werd er zenuwachtig van: God, je kijkt naar me, zei ze. Precies, zij Gabriël. En de engel ging van haar heen, wetende dat hij zijn taak volbracht had. 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Schatgraven, Tussen Kunst en Kitsch, God is op zoek naar Kunst, naar Schatten, en er zijn er velen, maar de mensen weten het niet. Hij wil overal komen om te zoeken naar dat wat kostbaar is, maar vindt vele deuren gesloten. Vanmorgen heb ik u gevraagd om te zijn als Maria, ontvankelijk en bereid om haar woning aan te bieden aan God de Heer. God zoekt ons, en wij vinden hem als we de deur voor hem openzetten. Jij hebt het in je. 

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. 

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *