Heilige woede

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

De afgelopen dagen zijn ze regelmatig in het nieuws geweest: jonge mensen die in musea wereldberoemde schilderijen bekladden met soep, aardappelpuree of wat dan ook. Of het de bedoeling is van de actievoerders om de schilderen zelf te beschadigen, weten we niet, tot nu toe worden alleen schilderijen uitgezocht die beschermd worden door een plaat glas, maar wel weten we dat ze een statement willen maken. Want deze jonge mensen zijn boos, nee niet zomaar boos, ze zijn woedend over hoe wij met ons klimaat omgaan. Wat mij opvalt in de media is dat de acties van deze jongeren alleen maar verontwaardiging oproepen. Iedereen, zo lijkt het wel, spreekt er schande van. Toch kun je je afvragen of hier niet met twee maten gemeten wordt. Afgelopen vrijdag stond er in de Stentor ook een artikeltje dat een aantal van deze jongeren door de rechter waren berecht. Ze kregen een gevangenisstraf van maar liefst een maand cel en ze moesten die direct uitzitten. Hoewel sommige die straf nog niet hoog genoeg vinden, stellen strafrechtdeskundigen dat hier sprake is van absurd hoge straffen, zeker als je deze straffen afzet tegen de straffen die actievoerende boeren hebben gekregen. Boeren die hooibalen in brand staken en op de snelweg legden kregen een werkstraf van maar 60 uur. Ergens zo zeiden deze strafrechtdeskundigen is dat vreemd. De klimaatactivisten hebben tot nu geen daadwerkelijke schade aangericht, even een doekje over het schilderij en het was weer schoon, terwijl sommige boeren met hun acties levens van mensen in gevaar hebben gebracht. Wat is dat toch met die selectieve verontwaardiging van ons. Kijk, ik zelf keur de acties van de klimaatactivisten ook niet goed, maar toch, ik kan ze ergens wel begrijpen. Deze jongeren zijn boos, ze zijn woedend en terecht denk ik. Want waar deze jongeren zich over druk maken is hun toekomst, een toekomst voor over pak en beet 50 jaar, als zij oud zijn en ik er waarschijnlijk allang niet meer ben. Voordat u nu boos de kerk uitloopt omdat ik wel enig begrip voor deze jongeren kan opbrengen, evenals trouwens voor de actievoerende boeren voor wie hun bestaan op het spel staat, wil ik u vandaag voorstellen aan nog een andere activist en wel Jezus van Nazareth. Ja, ik zeg activist, want zeg nou eens eerlijk: waarin verschillen de klimaatactivisten die met soep gooien nu eigenlijk met Jezus. Jezus stond, zo lazen wij vanmorgen, ook op de barricaden. Ook hij tast heilige huisjes aan. Hij richt vernielingen aan in de tempel en berooft de handelaren van hun broodwinning. Die handelaren waren hoogstwaarschijnlijk maar eenvoudige mensen die thuis de monden van kinderen moeten voeden. Ja, Jezus gaat zelfs nog een stapje verder. Waar de klimaatactivisten gooien met soep, gebruikt Jezus geweld. In het evangelie van Johannes vertelt de evangelist dat Jezus een zweep maakt van touw en daarmee de mensen en zelfs de dieren de tempel uit jaagt. Nou neem van mij maar aan dat een klap met zo’n zweep hard aankomt. Misschien zijn er wel gewonden gevallen. Wie zal het zeggen.

Bent u geschokt? Ik kan met dat wel voorstellen, want het beeld dat we vandaag van Jezus te zien krijgen, past niet goed in het beeld dat we doorgaans van hem hebben. Jezus was toch de man die gezegd heeft: gezegend zijn de vredestichters? Hoe valt dat te rijmen met het feit dat hij schreeuwend door de tempel loopt. Hij was toch degene die gezegd heeft: heb je naast lief als jezelf. Hoe rijmen we dat met het zwaaien met een zelfgemaakte zweep. Ja, Jezus was toch degene die gezegd heeft: ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Hoe rijmen we dat met het omgooien van de tafels van de geldwisselaars? Kortom de vraag is: wat moeten we met zijn woede? Kunnen wij daar ook iets mee of kunnen we deze episode maar beter uit de bijbel schrappen. Ik denk zelf van niet. 

In de eerste plaats zou ik willen zeggen dat wij doorgaans een veel te lief beeld van Jezus hebben gemaakt. Het liefst beelden wij hem af als een goedaardige man met een zacht lief klein schaapje om zijn nek, maar dat beeld is toch echt iets te simpel, ja, misschien ook wel schadelijk. Ik denk dat we Jezus het liefste zo zien omdat we ergens moeite hebben met boosheid en woede. Woede en boosheid heben in onze opvoeding doorgaans geen positieve klank. Als kinderen boos zijn of woedend worden dan zijn ouders al snel geneigd om die boosheid de kop in te drukken. Toch kan elke psycholoog je vertellen dat dat niet gezond is. Boosheid of woede die niet naar buiten mag komen, slaat op den duur naar binnen en verwoest uiteindelijk jezelf. In een huwelijk bijvoorbeeld waar altijd alles maar geslikt moet worden, waar de boosheid om wat de ander doet nooit naar buiten mag komen, kan het er toe leiden dat degene die inwendig boos is, zich terugtrekt, zich afsluit of zelfs depressief wordt. Nee, het uiten van boosheid en woede is ondanks dat we daar moeite mee hebben niet altijd ongezond. Integendeel. Boosheid en woede uiten kan enorm opluchten. Natuurlijk is er ook een andere kant. Boosheid en woede kunnen ook heel destructief zijn. Het kan meer kapot maken maken dan je lief is. De vraag waar we nu vanmorgen mee te maken hebben is of we alle woede wel over één kam kunnen scheren en of Jezus woede misschien van een andere aard is?Over dat verschil in soorten boosheid schreef Toon Tellegen een mooi verhaaltje. Luisteren we naar een gesprekje tussen de kreeft en de muis. 

De kreeft klopte op de deur van de muis. “Ja?” zei de muis. De kreeft stapte naar binnen. Hij had een koffer bij zich die hij op tafel zette. “Ik ben de kreeft” zei hij. “Wilt u wat boosheid?”. “Boosheid?” vroeg de muis, die de kreeft wel kende. “Ja”, zei de kreeft korzelig. “Boosheid. U wilt toch wel eens boos zijn?” “Ja”, zei de muis. “Maar als ik boos wil zijn, dan ben ik ook boos.  Dat gaat vanzelf.” “Maar wel altijd met de goede boosheid?” vroeg de kreeft, terwijl hij de muis onderzoekend aankeek. De muis aarzelde…. “Nee”, zei de kreeft. “Niet met de goede boosheid dus.” “Staat er wel eens iemand op uw tenen bij het dansen?” vroeg hij. “Ja”, zei de muis. “Dan heb ik hier een lichte boosheid die snel weer over gaat”, zei de kreeft. Hij liet een dunne, lichtrode boosheid zien.  “Een hele mooie boosheid”, zei hij. Hij keek de muis even aan en vroeg: “Hebt u wel eens iets thuis vergeten als u ver weg bent?” “Ja, heel vaak”, zei de muis. “Hoe weet u dat?” “Dan heb ik hier de ergernis die daarbij past”, zei de kreeft. Er kwam een rimpelige, grijze ergernis uit de koffer. De muis knikte. Het was inderdaad de ergernis die paste bij iets vergeten. “Ik heb zo’n soort ergernis al” zei hij. “Alleen in het geel…….” Het verhaaltje maakt mooi duidelijk dat er verschillende soorten boosheid zijn. En ook dat boosheid soms een passende reactie kan zijn. 

Als het gaat om hoe we boosheid moeten waarderen dan is het ook goed om te kijken waar die boosheid vandaan komt. Veel van onze boosheid komt voort uit het gevoel dat we tekort komen of dat ons iets wordt aangedaan. Het is een boosheid die vertrekt vanuit het eigen ik. Zoals iemand die op je tenen staat tijdens het dansen. Of u hebt vast wel eens in de file gestaan terwijl iemand anders op een slinkse manier probeert voor te dringen. Je voelt dan boosheid omdat die ander jou iets aandoet. Of het kan de boosheid zijn dat iets niet gaat zoals jij het wil. Dat is die boosheid van iets vergeten zijn op vakantie. Het loopt anders dan je had gepland. De boosheid die vertrekt vanuit het eigen ik kan ook maken dat je wilt terugslaan, dat je een ander iets wilt aandoen, puur en alleen om het te vergelden. U zult begrijpen dat deze vormen van boosheid zelden constructief zijn en als je niet oppast kan het al snel escaleren. Dat is dus een vorm van boosheid die we wel mogen voelen, maar waarbij het ook goed is om eerst even tot tien te tellen voordat we reageren. Maar er is ook een ander soort boosheid. En dat is de boosheid die niet vertrekt vanuit het eigen ik, maar vanuit het verlangen dat een ander, dat de wereld het goed heeft. Dat is de boosheid die zich druk maakt om onrecht, om de armoede in de wereld, om de grote misstanden, dat is de boosheid die niet voortkomt uit een je tekort gedaan voelen, maar uit een  verlangen naar heelheid. Ik denk dat het deze boosheid is die Jezus drijft.

Wat was er aan de hand? Als Jezus naar de tempel gaat dan ziet hij dat dat hele tempelwezen, de plek waar je de God van bevrijding, vrede en liefde kunt ontmoeten, in handen is gevallen van het economisch denken. De tempel is niet meer vrij toegankelijk, ja sterker nog, juist de arme mensen die het zo hard nodig hebben om de verhalen van bevrijding te horen wordt de toegang moeilijk gemaakt. U moet weten dat in die dagen het gewoon was om God offers te brengen en ook dat je tempelbelasting moest betalen. Op zich was daar niks mis mee, ware het niet dat dat hele systeem in handen was gevallen van geldwisselaars. In de tempel was het namelijk verboden om romeins geld te gebruiken. Op die munten stond immers de keizer afgebeeld en die keizer werd door de Romeinen vereerd als een God. Dat kon dus niet. Daarom kon je Romeinse geld omwisselen voor tempelgeld. Het probleem was dat dat tempelgeld schaars was en dat het al lang niet meer werd bij gemunt. Op die manier werden er enorme winsten gemaakt bij het wisselen. De wisselaars verdienden daar goed aan en de armen waren de dupe. Terecht dat Jezus zich daar boos over maakte. Nu moeten we oppassen dat we niet te snel denken: die wisselaars kregen hun verdiende loon, net goed, want dan denken we weer uit vergelding. Alsof alleen de wisselaars schuldig zijn aan dit systeem. Het is opvallend dat in de andere evangeliën staat dat Jezus niet alleen de wisselaars en de duivenverkopers de tempel uitjoeg, maar ook de kopers. De kopers dat zijn de gewone mensen, de kopers dat zijn wij. Bij boosheid die voortkomt uit het verlangen gaat het niet om het aanwijzen van schuldigen, maar wordt het hele systeem onder kritiek gesteld. Wij zijn in veel gevallen, als consumenten, net zo goed medeschuldig aan praktijken van onrecht. Neem bv. het feit dat grote koffieproducenten de boeren in arme landen uitbuiten. Het zijn niet alleen de fabrikanten, wij zijn het ook als wij die koffie kopen. 

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, de vraag is: kunnen wij iets met deze woede van Jezus? Ik denk van wel, als we maar goed beseffen dat dit niet een boosheid is die kwetst, uitsluit of vooral uit is op genoegdoening, maar een boosheid die voortkomt uit liefde en verlangt naar hervorming, herstel en vernieuwing. Een boosheid die niet slechts kijkt naar het verleden of wat had moeten zijn, maar die zich richt op een hoopvolle toekomst, wat zou kunnen zijn. En in het licht daarvan energie vindt om te werken aan openheid en herstel in onze relaties; aan vrede en gerechtigheid in deze wereld. Misschien is ons beeld van Jezus te lief en zijn wij, ook in de kerk, die mensen die het de systemen van onrecht, armoede in de wereld mee in stand houden. Martin Luther King schreef vanuit de gevangenis dat hij was gaan vrezen dat niet de Ku Klux Klan, maar de gematigde witte mensen het grootste struikelblok vormde op weg naar de vrijheid voor zwarte Amerikanen. Gematigde mensen die meer van goede orde houden dan van gerechtigheid.

Gemeente, de daden en scherpe woorden van Jezus, zijn woorden die hun relevantie nog niet hebben verloren. Want hoe goed we als kerk misschien ook kunnen zijn in liefdadigheid, durven we ook te kijken naar diepere structuren die echte verandering en gelijkheid in de weg staan? Structuren waar we  soms zelf bewust of onbewust onderdeel van zijn. We hebben de profetische stem in de kerk nodig al zal dat zeker niet altijd comfortabel zijn, aangezien de kerk zelf misschien wel het doelwit is van de profetie die ze koestert.

Hoewel we niet allemaal in dezelfde mate of op dezelfde manier geroepen zijn om profeten te zijn. Worden we allemaal geroepen het lichaam van Christus te zijn: die tempel die de ontmoetingsplek is voor God en de wereld. 

Geroepen om het goede nieuws van verzoening, vernieuwing en bevrijding uit te leven, met de gave die God ons gegeven heeft.  En als – of beter wanneer –  je bij jezelf die gave van rechtvaardige woede bemerkt… dan kan het zijn dat je de tijd moet zoeken en de plaats moet vinden waar je het zou kunnen inzetten voor verandering en herstel, voor de komst van Gods Koninkrijk van vrede en recht.

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *