
Beste doopouders, familie, vrienden en ook de gemeente die nu thuis met ons mee kijkt,
Geloof dat bergen kan verzetten. Het is een bekende en mooie uitspraak van Jezus, maar als je vanmorgen naar die woorden van Jezus luistert, dan kan het ook heel goed zijn dat de moed je daarbij in de schoenen zakt. Als je maar gelooft, lijkt Jezus te zeggen, en het hoeft niets eens veel te zijn, al heb je maar een geloof zo klein als een mosterdzaadje, ja dan zou je bergen kunnen verzetten. Aan de ene kant klinkt dat als iets bemoedigends. Je kunt denken: geloof dat zo groot is als een mosterdzaadje, ja dat heb ik wel. Ik geloof misschien niet veel, maar een ietsje pietsje geloof dat heb ik toch nog wel. Maar aan de andere kant boort Jezus die bemoediging gelijk ook weer de grond in, want hij lijkt ook te zeggen dat zelfs dat kleine beetje geloof totaal ontbreekt bij zijn leerlingen. Hij verwijt zijn leerlingen namelijk dat ze nog niet eens in staat zijn om een jongen te genezen van zijn ziekte, laat staan dat ze een berg kunnen verzetten en dat komt, dat komt, zegt Jezus, omdat ze niet genoeg geloof hebben. Als je dat nu weer hoort, ja dan zinkt je de moed toch echt in de schoenen. Want je zou kunnen denken: als zelfs het geloof van de leerlingen van Jezus niets voorstelt, dan zal mijn geloof wel helemaal niks voorstellen. Want bij de leerlingen hebben we toch het beeld dat mensen waren echt geloofden, die alles hadden opgeven om Jezus te kunnen volgen. Hun huis, hun beroep, hun familie, ze hadden het allemaal achter zich gelaten. Als je zoiets doet, als je tot zoiets in staat bent, ja dan moet je wel een groot geloof hebben. En dan zegt Jezus toch dat het geloof van de leerlingen niets voorstelt. Hij reageert er zelfs een beetje bozig op.
Al met al is het vanmorgen geen gemakkelijke tekst. Toen we deze dienst samen voorbereiden dacht ik daar nog anders over. Ik dacht toen aan dat kleine mosterdzaadje dat moet uitgroeien tot een grote boom en wat mij betreft was de link al snel gelegd. Zoals een mosterdzaadje nog moet groeien, zo moet een kind ook nog groeien. Hoe moeilijk kan de preek zijn? Maar dat idee werd bij mij al snel anders toen ik beter ging lezen en de vraag opkwam: wat is geloven nou precies en hoeveel je daarvan moet hebben?
Ik denk dat die vraag ook voor jullie belangrijk is, want neem nou de doop. Ook bij de doop hebben we geloof nodig. We geloven dat Matteo en Rieks met de doop mogen behoren tot de kring van volgelingen van Jezus. We geloven dat Matteo en Rieks een kind van God zijn en dat willen jullie als ouders hen ook graag meegeven in de opvoeding. Jullie willen jullie kinderen “gelovig” opvoeden zodat ze later zelf ook geloof hebben. Maar wat geven we ze nu eigenlijk mee? Wat is dat voor een geloof waar Jezus het over heeft? Welke voordeel hebben jullie kinderen ervan dat ze gedoopt zijn, wat kunnen ze met hun geloof? Laat ik over één ding maar gelijk duidelijk zijn: ik geloof zelf niet dat het erom gaat dat we door het geloof sterke staaltjes kunnen verrichten, of dat we letterlijk kunnen doen wat Jezus zegt, bergen verzetten. En ik enk ook, dat wij, net als dat de leerlingen de zieke jongen niet konden genezen, ook wij dat altijd zullen kunnen. Nee, mochten jullie denken dat geloof een soort levensverzekering is zodat je in het leven geen problemen krijgt, dan zeg ik gelijk dat dat niet zo is. Je hoeft maar om je heen te kijken om ook te weten dat dat niet zo is. Geloven treft vaak hetzelfde lot als de zogenaamde “ongelovigen”. Zelfs Prediker in het Oude Testament was dat al opgevallen. Mocht je denken dat het geloof een stukje magie of kracht is waarmee je problemen kunt oplossen, waarmee ziektes in je leven verdwijnen als sneeuw voor de zon, waarmee de armoede in de wereld wordt opgelost, waarmee de vrede wordt gesticht, ook dan moet ik zeggen dat het niet zo werkt. We hebben in ons leven en in de wereld veel vooruitgang geboekt, maar de problemen zijn er ook nog steeds. Geloof is voor mij geen magisch drankje dat je een soort van extra power geeft. Eigenlijk ben ik zelf ook wel blij met het feit dat de leerlingen die zieke jongen niet konden genezen. Voor mij haalt dat ook een stukje ongezonde spanning weg uit het geloof. Want, ik ken ook heel veel mensen die van het geloof soms ongelukkig worden. Als je gelooft dat Jezus echt bedoelt dat je met een klein beetje geloof bergen kunt verzetten, dan is het omgekeerde natuurlijk ook waar. Als het niet lukt, als de berg niet van de plaats komt, als je niet beter wordt, ja dan zou je kunnen denken dat dat aan jou ligt, aan jou ongeloof. En dat maakt mensen soms heel verdrietig, want hoe ze ook hun best doen, het lukt ze niet.
Terug nu naar het verhaal. Wat is geloven wel? Wat geven jullie je kinderen straks mee? Eigenlijk zijn wij, en dat doen we vaker, bij het lezen uit de bijbel zomaar ergens middenin begonnen. Eigenlijk is dat helemaal niet goed, want je haalt de tekst daarmee ook uit zijn verband. Ons stukje begon met de woorden: toen Jezus en de leerlingen zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar Jezus toe die voor hem op de knieën viel. De oplettende lezer zou eigenlijk gelijk moeten vragen: oh, waar waren ze dan geweest. Nou, dat staat precies in het stukje hiervoor. Jezus was op de berg geweest samen met een paar leerlingen waar hij Mozes en Elia heeft ontmoet. Jezus was daar om zo te zeggen helemaal in de wolken of anders gezegd Jezus heeft net een ervaring achter de rug waarbij hij als het ware een kijkje heeft gekregen in hoe onze wereld er uit zou kunnen zien. Je zou ook kunnen zeggen: hij heeft even in de hemel gekeken. En nu, nu is hij weer terug op de aarde, bij de andere mensen en onmiddellijk komt er iemand naar hem toe. Een vader die zich geen raad meer weet omdat zijn zoon doodziek is, maanziek, staat er. Wat hier gebeurt is dat er een soort van contrast wordt geschetst. Aan de ene kant heb je de hemel, zeg maar het plaatje van hoe het op deze aarde kan zijn, de blauwdruk voor een goed leven en aan de andere kant is er de harde wereld waarin wij leven. En bij die wereld hoort, of je het nu leuk vindt of niet, dat er mensen ziek zijn, dood gaan, wanhopig zijn, radeloos, of noem maar op. Onze wereld is niet ideaal en kent honger, onrecht, pijn en verdriet. Het is de wereld die wij maar al te goed kennen. Het is ook die wereld waarin Matteo en Rieks geboren zijn en zullen opgroeien. Maar ergens weten we dus ook dat het anders kan en anders moet. En zo proberen ook de leerlingen van Jezus te helpen waar ze maar kunnen. Ze hebben geprobeerd om de zieke jongen te genezen, maar wat ze ook doen: het lukt ze niet. Tenminste dat is wat de vader van de jongen aan Jezus vertelt. Uw leerlingen konden hem niet genezen. Op dat moment wordt Jezus boos. Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Over die reactie van Jezus heb ik mij vaak verbaasd, en niet alleen ik, vele geleerden vroegen zich af waar die irritatie nu vandaan kwam? Waarom reageert Jezus zo? Waarom is hij niet gewoon blij dat de leerlingen het in ieder geval geprobeerd hebben? Waarom is hij niet blij dat de vader nu naar hem komt voor hulp, dat is toch niet verkeerd. Kennelijk ziet de vader Jezus als een soort van specialist waar je naar toe gaat als de gewone huisdokter het ook niet meer weet, een soort van second opinion. En juist dat zou Jezus toch moeten vleien? Maar nee, het irriteert Jezus eerder. Kennelijk kan hij het niet hebben dat ze van hem een wonderdokter maken. Zou het niet kunnen zijn dat dat Jezus geïrriteerd is dat de mensen niet zien dat het niet om hem gaat, maar om iets groters, om God, om hoe hoe het leven kan zijn. Vergeet niet dat Jezus zojuist van die berg afkwam waar hij een kijkje in de hemel heeft genomen. Zou het niet zo kunnen zijn dat Jezus boos is omdat de leerlingen dat niet zien. Zou geloven er misschien meer mee te maken hebben dat we ons leven in een groter perspectief kunnen zien, dat ons de ogen daarvoor geopend worden. Zou het zo kunnen zijn dat het probleem niet is dat de leerlingen geen geloof hebben, maar eerder dat ze een verkeerd geloof hebben. Eerlijk gezegd kan ik mij niet voorstellen dat de leerlingen geen geloof hebben. Dat hebben ze wel. Ze proberen de jongen te genezen en waarschijnlijk hebben ze daarbij echt hun uiterste best gedaan. En ook de vader van de jongen heeft geloof. Hij gaat niet bij de pakken neerzitten, nee hij zoekt Jezus op. En eigenlijk is dat hetzelfde als bij ons: wij hebben ook geloof, we zoeken oplossingen voor ons problemen, we gaan naar artsen, hulpverleners, ja we gaan ook naar God en soms bidden we. Als dat geen geloof is, weet ik het ook niet meer. Maar zou het zo kunnen zijn dat Jezus bedoelt dat dat geloof van ons niet goed in elkaar steekt, dat we bv. kant en klare oplossingen verwachten, dat we het onmogelijke verwachten en dat we vergeten om ons leven in een groter perspectief te zien, het perspectief van de hemel. Ik denk dat Jezus dat duidelijk wil maken met dat voorbeeld van een mosterdzaadje. Je moet maar eens goed lezen, maar er staat helemaal niet: als jullie geloof zouden hebben zo klein als een mosterdzaadje, nee Jezus zegt: als jullie geloof hebben zoals een mosterdzaadje dan kun je bergen verzetten. En dat is net iets anders. Het gaat niet om hoeveel geloof, maar om de soort van geloof, het gaat erom dat we het geloof moeten hebben van een mosterdzaad, of beter gezegd, dat we moeten geloven op de manier van een mosterdzaad. Hoe is dat? Dat is een geloof dat geduld kent, dat kan afwachten, een mosterdzaadje groeit niet van de ene op de andere dag uit tot een grote plant, daar is tijd voor nodig, maar ook het vertrouwen dat er uit iets kleins, iets groots kan groeien. Een klein mosterdzaadje, zoals je dat kent uit de pot augurken, kan uitgroeien tot een enorme struik. Ik denk dat Jezus dat wil duidelijk maken. Waarom konden de leerlingen de jongen niet genezen, omdat ze niet geloofden op de juiste manier, omdat ze geen geduld hadden, omdat ze het kleine niet zagen. Ze wilden gelijk resultaat, maar waarschijnlijk was het feit dat ze er voor de jongen waren al meer dan genoeg. Dat is wat geloof ons kan brengen: geduld, je leven in een groter perspectief zien, het kleine zien en erop vertrouwen dat dat kan uitgroeien tot iets groots. Zie hier een prachtig programma om mee aan de slag te gaan voor jullie kinderen. Heb geduld met ze, zie hun leven als geborgen in Gods hand, zie het kleine dat God in hen begonnen is, en heb vertrouwen dat het kleine, het onooglijke soms, kan uitgroeien tot iets groots, tot iets moois. Ja, dat is het geloof dat bergen kan verzetten, niet letterlijk natuurlijk, dat bedoelt Jezus ook niet, maar onderschat de kracht niet van dit geloof. Ja, wil je wel geloven dat het groeien, klein en ongelofelijk als een mosterdzaad.
In de Nama van de Vader, de Zoon end de Heilige Gest. mAmen.