Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Even een testje. Weet u waar het hoogste kantoorgebouw in Nederland staat? Precies, dat is de maastoren in Rotterdam. Deze toren is in 2010 gereedgekomen en meet maar liefst 165 meter. Daarmee is het het hoogste kantoorgebouw in Nederland. Dat zal niet zo lang meer duren, want op dit moment wordt in Rotterdam gebouwd aan de Zalmhaventoren die 215 meter moet worden. Eigenlijk is ook deze hoogte nog niets vergeleken met gebouwen elders in de wereld. Je hebt immers altijd baas boven baas. Het allerhoogste gebouw staat op dit moment in Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten, en meet maar liefst 818 meter. Altijd hebben mensen wat met deze getallen gehad. Het fascineert. Op internet kun je er dan ook hele lijsten van vinden. Dat was vroeger al zo. Ik heb nog uit het hoofd moeten leren dat de Domtoren in Utrecht de hoogste toren was van ons land. En niet alleen dat, je moest ook weten hoe hoog exact, namelijk 112 meter. Wat is dat toch, die fascinatie voor getallen en de drang om almaar hoger en hoger te willen bouwen? Heeft dat inderdaad ergens te maken met baas boven baas willen zijn? Eeuwenlang is dat wel zo geweest. Vooral de bouw van hoge kerktorens was duidelijk het gevolg van een onderlinge strijd tussen steden. Had de ene stad een toren van hoogte x dan moest een andere stad die zich groter en belangrijker voelde toch op z’n minst een toren hebben die nog net even hoger was. Zo gaat dat baas boven baas.
Zo begint ook het verhaal van de torenbouw in Babel. Lange tijd heb ik gedacht, en dat zal wel komen door de vertellingen uit kinderbijbels, dat de mensen deze toren wilde bouwen om dicht bij God te zijn. Maar als je goed leest, staat dat er niet. Er staat alleen maar: Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken. De motieven om deze toren te bouwen zijn dus helemaal niet zo vroom. Ja, er wordt wel gezegd dat deze toren tot in de hemel moet reiken, maar de toren moet toch vooral laten zien wat deze mensen kunnen. Misschien gebruiken of misbruiken ze God daar ook wel voor. Kijk, ons eens, wij staan dichter bij God dan alle andere mensen. Wij hebben een streepje voor. Wij zijn beroemd. Wij zijn een volk dat bij elkaar hoort. Niet voor niets heet de stad die ze bouwen dan ook: poort van de hemel, Babel. Je moet maar durven. Maar om die toren te bouwen is er wel een soort van eenheid nodig. Het zal alleen maar lukken als iedereen meedoet. Als alle neuzen dezelfde kant op staan. Nee, ruimte voor individuele verschillen, is er niet. Dat past niet, dat kunnen we niet gebruiken. Gelukkig spreken de mensen in Babylon één taal en zitten ze bij elkaar op één kluitje in dezelfde stad. Dat maakt het wel zo makkelijk. Zo kan er met vereende krachten gebouwd worden. Trouwens, is het niet zo dat op deze wereld nog steeds vele torens van Babel worden gebouwd. Systemen waarbij mensen mee moeten doen en waarbij hun eigen individualiteit niet telt. Wat te denken van het leger? Ook dat kan alleen maar machtig en groot zijn als mensen in een systeem worden gepropt, als ze een uniform dragen, zodat iedereen gelijk is en de ene soldaat zo ingeruild kan worden voor de ander. Wat te denken van de grote bedrijven, met hun uniforme logo’s, bedrijfsmissies, die alleen maar kunnen bestaan als iedereen zich naar dat denken voegt. Ook hier is er amper ruimte om te kijken naar wat de mensen aan de basis zelf kunnen en willen. Het bedrijf gaat voor. Gelukkig, en dat moet ook gezegd, is daar wel steeds meer oog voor. Maar toch, het bouwen van torens zoals in Babel is nog steeds aan de orde van de dag. Wat te denken van de gezondheidszorg, waarbij elke zorghandeling in eenheidsminuten wordt uitgedrukt zonder rekening te houden met het feit dat mevrouw x anders is dan mevrouw y. En wat dacht u van de politiek. Van politieke leiders die het liefst zouden zien dat alle verschillen worden uitgevlakt, dat mensen die een andere achtergrond hebben, vertrekken. Ja, wat overblijft moet een eendrachtig volk zijn, met één cultuur, één taal, de Nederlandse. Ja, zo wordt er nog steeds gebouwd.
Maar als dat gebeurt, komt God eens even een kijkje nemen. Het zint hem niet erg en dus wacht hij niet tot de mensen bij hem zijn gekomen, als ze dat al doen, maar daalt hij uit de hoge af om hier op aarde te zijn. Wat hij ziet, doet hem de schrik om het hart slaan. Moet je kijken, wat deze mensen kunnen, welke machtsblokken ze kunnen oprichten. Als dat zo doorgaat, ja waar eindigt dat dan? God, heeft het gevoel dat Hij niet anders kan dan daar een stokje voor steken. Hij brengt de taal van de mensen in de war en zorgt ervoor dat ze verspreid raken over de aarde. Precies dat waar de mensen in Babel zo bang voor waren. Nu weet ik niet hoe u dit verhaal van Babel hoort, maar ik vermoed dat de meeste mensen deze spraakverwarring als iets negatiefs beleven, als een straf voor de bouw van de toren. Het is maar de vraag of dat ook zo is. Er zijn ook andere uitleggingen mogelijk. Zo is er een uitleg van een rabbijn, rabbijn Sacks die de spraakverwarring en de verspreiding over de aarde als iets positiefs ziet. Het feit dat mensen van elkaar verschillen maakt dat er ook iets kan gaan groeien, dat er cultuur kan ontstaan. Als wij allemaal hetzelfde zouden zijn dan was dit leven ongelofelijk saai. Nee, het leven wordt pas spannend dankzij de verschillen die er tussen mensen bestaan. Van meet af aan was dat ook de opdracht van de mens. Niet om op een kluitje te blijven zitten, gezellig met mensen met wie je het eens bent, maar om er op uit te trekken. Gaat heen en vermenigvuldigt u, zo staat er al in het begin van het boek genesis. God breekt in het verhaal van Babel het streven naar eenheid van de mensen af. Niet, als een straf, ook niet omdat het een bedreiging is voor hemzelf, maar omdat het een bedreiging is voor de mens zelf. Daarom werden de mensen verspreid over de hele aarde en spraken ze verschillende talen.
Toch is de neiging om bij elkaar te gaan zitten steeds weer heel erg groot. Toen Jezus afscheid had genomen van de leerlingen op de dag van zijn hemelvaart gingen ook de leerlingen bij elkaar op een kluitje zitten. Ze hadden zich opgesloten ergens in een huis in Jeruzalem. Veilig bij elkaar, allemaal mensen die hetzelfde verdriet kennen. Maar ook hier wordt dit opengebroken. Opnieuw komt God naar de aarde, nu in de vorm van zijn Geest. God, komt de mensen als het ware dit keer van binnenuit helpen. De leerlingen horen het geluid van een geweldige wind en er komen tongen van vuur op hen. Het gevolg is dat de muren van de kamer letterlijk te klein zijn. Ze worden afgebroken en de leerlingen worden de straat op geslingerd. Daar krijgen ze de kracht om te spreken en wat blijkt dit keer verstaan de mensen elkaar wel. Iedereen hoort de leerlingen spreken in hun eigen taal. Wat nu? Zijn we weer terug bij af? Is het zo dat er nu weer één taal wordt gesproken net zoals voor de bouw van de toren in Babel. Nee, er is een groot verschil. De mensen spreken niet één taal, maar nog steeds hun eigen taal, hun eigen moedertaal. Er is geen eenheid hier op aarde. Die mag er ook niet komen. De verschillen zijn goed, je bent zoals je bent. Maar toch, toch is er iets wat mensen samenbindt. Dat is de Geest van God, dat is de Geest waar ieder mens deel aan mag hebben hoe verschillend we ook zijn. Er staat dus niet dat de mensen weer één taal spraken, nee er staat alleen dat God één taal sprak, een taal die iedereen kon verstaan.
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, ik denk dat het best lastig s om deze verhalen goed te snappen. Misschien moet ik nog eens diezelfde rabbijn Sacks aanhalen. Hij zegt: Pinksteren is het feest van de eenheid, maar dan wel een eenheid die niet door mensen is gebouwd. De eenheid tussen mensen is niet hier op aarde, maar is alleen bij God, daar zijn we één, op aarde zijn er juist de verschillen en die zijn goed, die moeten wij niet willen opheffen. Als je daar over na denkt dan betekent dat nogal wat. Dat betekent in de eerste plaats dat onze verschillen er mogen zijn, ook in hoe wij God ervaren, dat betekent dus ook dat jij er mag zijn, zoals jij bent, gewoon in jouw eigen omgang met God. De Geest komt bij ieder van ons weer anders binnen. Spreekt telkens weer een andere taal, jouw taal. Dat is geweldig, maar tegelijkertijd ook moeilijk. Want daarnaast betekent het ook dat je moet durven loslaten. Dat je al jouw ideeën van hoe het hoort moet loslaten. Een ander is niet beter of slechter dan jij, heeft niet meer of minder omgang met God dan jij. Nee, die ander mag er ook zijn op zijn haar eigen manier. Dat betekent dus dat wij niet iedereen op één lijn moeten zien te krijgen, dat iedereen altijd hetzelfde denkt. Als we dat doen, dan bouwen we opnieuw een toren van Babel. Maar het betekent nog iets. En dat is Pinksteren. Iedereen in z’n waarde laten is één ding, maar dat kan ook leiden tot onverschilligheid, zo van je doet maar, wat heb ik met jou te maken. Wie dat denkt heeft Pinksteren niet begrepen. Want ergens zijn wij toch één. Niet hier, maar in God. Het gaat erom dat wij elkaar herkennen als mensen van eenzelfde Vader.
Wil je een voorbeeld? Kijk, dan naar Jezus. Hij zag ons allen aan, in al onze verschillen, maar hield iedereen erbij, als kinderen van de ene God.
In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.