
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
In de mallemolen van het leven draai je allemaal je eigen rondje mee… Ik denk dat u dat liedje vast nog kent. Het werd door Heddy Lester in 1977 voor Nederland in het Eurovisie Songfestival gezongen. De mallemolen van het leven. Kennelijk werd het in leven ook in de jaren zeventig al als druk en hectisch ervaren. Maar toch is er ook een verschil. Als je het liedje goed beluisterd dan roept de zangeres juist op om aan die mallemolen deel te nemen, want daar, zo zegt ze, klopt het leven. In de mallemolen van het leven draai je allemaal je eigen rondje mee. De molen draait ook zonder jou, je paard blijft nooit lang leeg, dus kom draai met die mallemolen mee. Nu, ruim 40 jaar later, denk ik dat veel mensen dat niet meer zo zouden zeggen. De draaimolen draait voor hen juist veel te snel. Het leven wordt ervaren als te druk en te hectisch. Het leven, het werk, het gezin, vraagt veel van ons en soms zouden we daaraan willen ontsnappen. Weg van alle hectiek en drukte, een vlucht, naar rust en eenvoud. Ik weet niet of u wel eens naar het programma “ik vertrek” kijk. Daar komen mensen aan het woord die hun leven over een hele andere boeg willen gooien. Ze beginnen bijvoorbeeld een hotel in Oostenrijk, een nudistencamping in Curaçao of een bed en breakfast in Spanje. Als die mensen vertellen waarom ze dat doen, dan is bijna altijd de reden dat ze het leven in Nederland te druk vinden, soms qua omgeving, maar veel vaker in het werk. De druk van regels, de druk van moeten… De stress wordt hen dus teveel en het nieuwe avontuur heeft veel weg van een vlucht.
Vanmorgen lijkt het wel alsof ook Jezus de boel wil ontvluchten. Weg uit de mallemolen van zijn leven. Het wordt ook hem, zo lijkt het, allemaal teveel, al die mensen die voor de deur staan en z’n hulp zoeken. Geen moment wordt hem rust gegund. Midden in de nacht staat hij in ons verhaal op en gaat er vandoor. Hij laat daarbij alles en iedereen achter. Een soort van “ik vertrek”. Als je dat leest dan verbaast je dat wel. Zoiets had je misschien van Jezus, die de rust zelve is, niet verwacht. Hoe kon het trouwens zover komen? Als we Marcus lezen dan krijgen we daar wel een idee van. Marcus vertelt over het leven van Jezus als iemand die snel carrière maakt. In slechts één hoofdstuk wordt er al ontzettend veel verteld. Zo is Jezus op vrijdag, aan het begin van de sabbat in de synagoge. Daar maakt hij met zijn optreden grote indruk onder de mensen. Op de grond ligt een man die bezeten is door demonen. Wij zouden zeggen, een man die onvrij is in het leven, die niet zichzelf kan sturen, maar die wordt gestuurd, precies dat gevoel dat ook wij kunnen hebben. Die man ligt op de grond en kennelijk is hij maar wat bang voor die Jezus. Want hij beseft dat Jezus iets anders wil, vrijheid. Onder veel gespartel en luid geschreeuw verlaten de demonen op last van Jezus deze man. Zoiets hadden de mensen nog nooit gezien. Ze zeiden tegen elkaar: Wat is hier aan de hand? Jezus vertelt ons nieuwe dingen over God. Hij spreekt met macht, zelfs kwade geesten doen wat hij zegt. Je kunt je voorstellen dat dit nieuws zich al gauw verspreide over heel Galilea. De mensen proeven: in deze Jezus wordt een andere werkelijkheid, een ander leven zichtbaar en dat wil iedereen, het sluit aan op ons verlangen. Na dat optreden in de synagoge ging Jezus met zijn leerlingen naar het huis van Simon en Andreas. Hij is nog niet binnen of hij wordt meteen aangesproken. Opnieuw hebben ze hem nodig. Weer is er iemand die niet vrij is. De schoonmoeder van Simon ligt met koorts te bed. Inmiddels is het Sabbat geworden en het lijkt wel alsof Jezus daar rekening mee houdt. Heel anders dan bij de genezing van de man in de synagoge handelt hij nu in grote stilte. Er wordt niets gezegd. Het enige dat Jezus doet is de schoonmoeder van Simon bij de hand pakken, zodat ze weer opstaat. Het zal niet voor niets zijn dat Marcus dat zo vertelt. Want: sjabbat, opstaan, opstanding het hoort bij elkaar. Hier laat Jezus als het ware zien waar het hem om te doen is, waar het God om te doen is. Heel ons leven moet uitlopen op één grote sabbat. Daarom moet je die dag ook vieren, eren als “zo is het bedoeld”. Als de dag van rust, van heelheid, van leven, de dag waar alles op z’n plaats valt, waar de hectiek verdwenen is. Maar vooralsnog is het nog maar één dag in de week. Ook in Jezus dagen. Marcus zegt “de zon ging weer onder”, met andere woorden, ook aan de dag van de sabbat kwam een eind. Het werd om zo te zeggen weer maandag met alle drukte en hectiek van dien. Buiten voor de deur staan de mensen al op hem te wachten. Alle zieken en bezetenen uit de stad waren naar hem toe gebracht, ja iedereen was gekomen om te zien wat hij ging doen. En net als wij de draad van het leven na het weekend weer oppakken, begint ook Jezus met zijn taak. Hij geneest, drijft demonen uit, de hele dag is hij bezig er lijkt geen einde aan te komen. Een dag waarbij je s avonds uitgeput op de bank valt, moe van alle taken en iedereen die iets van je wil. Soms kan een mens zo in beslag worden genomen door alle zorgen dat je er s nachts niet van kan slapen. Je neemt de problemen mee naar bed. Ook dat lijkt Jezus te overkomen. En wat doe je dan? Soms kun je dan maar het beste opstaan. Vroeg in de morgen, het is nog donker, staat Jezus op en gaat naar een stille plaats. Hij vertrekt. Het lijkt een vlucht uit de hectiek van het leven. Weg van al die mensen die hem nodig hebben. Voor ons interessant is wat Jezus gaat doen als hij er tussen uit knijpt. Hoe komt een mens weer tot rust? Neemt hij het ervan? Gaat hij even met de benen omhoog, er even tussenuit om zichzelf lekker te verwennen, een momentje voor jezelf zoals we dat noemen…nee, dat staat er niet. Jezus gaat naar een eenzame plaats om…. om te bidden. Ik geloof dat daar de sleutel ligt van dit verhaal. Bidden. Bidden als remedie tegen de waan van de dag, de mallemolen, de stress. Maar dan moeten we het wel juist verstaan. Want wat is dat dan…. bidden. Als je het mensen vraagt, krijg je vaak een antwoord als: bidden is praten met god. Oké, laat dat zo zijn, maar helpt dat dan? Helpt het om je nood te klagen, om de zorgen die je hebt voor God neer te leggen, om God te vragen desnoods iets aan al die drukte te doen? Ja, soms wel, voor even, je uitspreken geeft even lucht, zodat je weer wat kan ademhalen. Maar duur het ook voor lang. Dat niet altijd. Meestal komt er wel weer een dag, nieuwe problemen, nieuwe drukte. Wat kan bidden dan nog meer zijn? André Louff, een trappist, d.w.z. iemand die zijn leven lang elke dag 8 uur werkt, 8 uur slaapt en 8 uur bidt, zegt daarover: Als ik bid, dan wacht ik op iets, noem het maar dat God mij aanraakt, dat hij zich meldt in mijn gebed. Ook zegt hij: Praten met God in de letterlijke zin is voor mij steeds minder belangrijk geworden. God staat a.h.w. steeds achter de deur in mijn actieve leven. Hij is ontzettend nabij, maar gewoonlijk zie ik hem niet, hoor ik hem niet, omdat ik veel te druk met mezelf bezig ben… Als ik bid, kniel en mijn handen vouw, geef ik hem de kans binnen te komen. Andre Louff ziet bidden dus als een je openstellen voor God, wachten op wat hij je wil zeggen en dat doet hij door los te komen van de drukte in je ziel, waardoor je vaak niet eens ziet dat God er al lang is. Ik denk dat Jezus iets soortgelijks doet. Hij gaat naar een stille plek om te horen wat God hem in deze situatie wil zeggen. Ziet u dat dat iets wezenlijks anders is dan je problemen voor God neer leggen. Nogmaals, als je je uitspreekt dan lucht dat zeker op, dat helpt, maar komt er ook iets nieuws in je, of blijft het gewoon bij het oude. Bidden in de zin van je openstellen voor God, is wachten op een aanwijzing, een inzicht. Misschien vindt u dat wel eng, want het houdt ook een zeker risico in, namelijk dat het niet blijft bij het oude. Dat je in het bidden verneemt “ik moet een andere weg inslaan”. Dat kan bidden met je doen. Dat je een andere kijk op de dingen krijgt, dat je dingen kunt relativeren, dat je een nieuw licht krijgt op de dingen waar mee je bezig bent. Bidden -met of zonder woorden, liggend, staand, geknield of gaand, het zuivert je ziel…De kerkvader Augustinus zei: “Bidden is niet bedoeld om God te instrueren maar om mij zelf te construeren “. Al biddende moeten wij onszelf veranderen… niet God. Bidden is dus nodig om op te maken van wat zich in je leven heeft afgespeeld en proberen daar betekenis aan te geven… om het onvermijdelijke te accepteren, of om je voor te nemen te veranderen wat veranderd kan worden. Ik geloof dat Jezus op die manier bad. Hij kon ook niet zonder. Want na één dag werk zag hij de bui al hangen. Hij dreigde ‘geleefd’ te worden door anderen, en dat is niet goed. Hij wil ‘die anderen’ wel helpen…, maar niet zó. want dan raakt Hij zichzelf kwijt. Zijn opstaan en vertrek naar een stille plaats is dan ook geen vlucht, maar een manier om God te zoeken, om opnieuw richting te vinden om te zeggen: Vader,…: Wat wilt U, dat Ik doen zal..
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, zouden wij daar iets van kunnen leren? Misschien heeft Heddy Lester toch gelijk. Het leven is een mallemolen, maar daaruit weg vluchten helpt niet. Nee, ze zegt, kom draai met die mallemolen mee. Ik denk dat ze gelijk heeft, dat je weer mee moet doen, maar dan niet blind, zodat je kotsmisselijk wordt, maar met een diep besef van wat jou in het leven te doen staat, wat jouw roeping is. Daarvoor moeten we tijd vrijmaken, om God te zoeken op een stille plaats. Trouwens dat laatste is nog helemaal niet zo makkelijk. Je kunt misschien wel een stille plek vinden in het bos, of in huis, maar het gaat erom dat je ook een stille plek vind in je jezelf. Het vereist enige inspanning, vastbeslotenheid om je eigen drukke leven ècht af en toe eens te ontstijgen, want de drukte is niet alleen om je heen, maar zit ook in je ziel. De wereld wil je voortdurend achterna. Zo was het ook bij Jezus. Jezus is nog maar goed en wel aangekomen op de ‘eenzame plaats’, is de eenzame plaats al niet eenzaam meer, want: zo staat er, zijn volgelingen zijn hem achterna gekomen…ze laten hem niet met rust: waar blijft u nou: allen zoeken u… Nee, de stilte zoeken, God zoeken, is niet altijd makkelijk, het is soms ook hard werken, maar wel werk met resultaat. Want als Jezus bij de leerlingen terugkomt, merk je dat hij veranderd is, dat hij een nieuw inzicht heeft gekregen. Kom, zegt hij, laten we verder gaan, naar andere dorpen. Hier moet ik niet blijven, we moeten mensen enthousiast zien te krijgen, om met mij mee te werken aan de grote sjabbat, de dag van rust. Alleen zo zal die er komen. Dit is de het gevolg van Jezus ‘gebed’… Hij weet het zeker: daartoe ben ik uitgegaan… zegt hij. Hij heeft zijn roeping gevonden, z’n weg, al biddend. Nu wij nog ….
In de Naam van de Vader, de zoon en de Heilige Gest. Amen.